Merkenrecht. Beroep tegen de afgewezen inschrijving van het uniebeeldmerk met daarin een trapezoïde met verschillende tinten groen. Het merk werd ingeschreven door Enercon voor waren uit de klasse 7 (windmolens en onderdelen daarvan). De Kamer van Beroep besloot in tweede instantie dat het merk geen onderscheidend vermogen heeft door het gebruik van de kleur groen. In het merk zijn geen elementen die de aandacht van de consument in het bijzonder trekken. Daarnaast stelde de Kamer van Beroep vast dat doordat windmolens een prijzig en gecompliceerde zaak zijn de relevante consument een hoog aandachtsniveau heeft, en dat de aankoop daardoor op de informatie van het product en niet op het merk wordt gebaseeerd. Zodoende werd de inschrijving van het merk afgewezen. 
Het beroep faalt. Het Gerecht bepaalt dat het relevante publiek voor de waren uit klasse 7 inderdaad niet op basis van een merknaam producten zullen aankopen. Daarnaast stelt het Gerecht vast dat de Kamer van Beroep terecht oordeelde dat de verschillende tinten groen geen onderscheidend vermogen hebben een louter decoratief zijn. Daardoor kan de functie van een merk, herkomstaanduiding, niet vervuld worden, en mag het merk niet worden ingeschreven.
“45 On this point, it should be noted that the Board of Appeal did not err in finding that the contested mark, which is composed of five shades of the colour green and of white, applied to wind energy converters and parts thereof, conveyed exclusively an aesthetic message as a decorative element of those goods and therefore could not indicate the commercial origin of goods within the meaning of the case-law cited at paragraph 29 above.“
Lees het arrest hier.
