Auteursrechtinbreuk en verwarringwekkende nabootsing van personages uit Kabouter Plop en Piet Piraat

01-06-2017 Print this page
IEPT20170530, Hof Amsterdam, Studio 100
(Met dank aan Matthijs Schonewille en Niels Mulder, DLA Piper)

Personages Kabouter Plop en Kwebbel komen voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking: uiterlijke verschijningsvorm van de personages afwijkend van de (indertijd) gebruikelijke verschijningsvorm door atypische elementen als de ringbaard en afwezigheid van een snor, de vorm van de muts, de lange neus met een rood puntje en het ronde metalen ‘ziekenfonds’ brilletje en met betrekking tot Kwebbel de twee blonde vlechten met strikken in combinatie met de karakteristieke contrasterende primaire kleuren van de kleding van beide kabouters. Personages Piet Piraat en Stien Struis niet auteursrechtelijk beschermd: verschijningsvorm in het licht van eerdere verschijningen te banaal om aan werktoets te voldoen en niet ongebruikelijk dat piraten een kostuum dragen dat gebaseerd is op klassiek 17e-eeuws kapiteinsuniform, kleding Strien komt overeen met gebruikelijke wijze van portrettering jonge herbergierster uit zelfde periode. Personages uit Vrolijke Kabouters maken inbreuk op personages Kabouter Plop en Kwebbel: totaalindruk zodanig gelijkend dat deze als nabootsing moeten worden aangemerkt. Personages Pret Piraat en zijn vriendin tezamen zijn verwarringwekkende nabootsing van personages Piet Piraat: tezamen beschouwd vormt de niet gangbare combinatie van personages een zodanige gelijkenis dat gevaar voor verwarring bestaat zonder dat combinatie van elementen die gelijkenis bepalen voor het uitbeelden van een piraat en zijn vriendin nodig zijn.

 

AUTEURSRECHT - SLAAFSE NABOOTSING

 

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 september 2014 (IEPT20140604). Studio 100 is een onderneming die actief is in de televisie-, film- en theaterindustrie. Zij exploiteert onder meer de personages Kabouter Plop en zijn vrienden en Piet Piraat en zijn vrienden. Appelanten organiseren kindershows en bij die shows voeren zij onder meer de Vrolijke Kabouters op en Pret Piraat met een vriendin op. Volgens Studio 100 maken appelanten inbreuk op auteursrechten met betrekking tot Kabouter Plop en Piet Piraat en op de merkrechten op de woordmerken KABOUTER PLOP en PIET PIRAAT. De rechtbank heeft de vorderingen van Studio 100 voor het merendeel toegewezen. Zij heeft daartoe samengevat overwogen dat bedoelde personages auteursrechtelijke bescherming genieten, dat appelanten op de desbetreffende auteursrechten van Studio 100 inbreuk hebben gemaakt en voorts dat het merk PRET PIRAAT te kwader trouw is gedeponeerd en appelanten door het gebruik daarvan inbreuk maken op het merkrecht PIET PIRAAT van Studio 100. Tegen deze uitspraak komen appelanten op met een achttal grieven.

 

Het hof Amsterdam verwerpt het betoog van appelanten dat sprake is van rechtsverwerking nu onvoldoende feitelijk is toegelicht dat bij haar het gerechtvaardigde vertrouwen is gewekt dat Studio 100 geen nadere actie zou ondernemen dan wel dat zij daardoor onredelijk in hun positie benadeeld zouden zijn.

 

Appelanten hebben ook gegriefd tegen het oordeel van de rechtbank dat de personages Kabouter Plop en vrienden en Piet Piraat en vrienden voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Het hof overweegt dat het deze vraag enkel zal beantwoorden met betrekking tot de hoofdpersonages die door appelanten zouden zijn nagebootst, te weten Kabouter Plop en Kwebbel en Piet Piraat en Stien Struis.

 

Met betrekking tot het eerste koppel (kabouter Plop en Kwebbel) beantwoordt het hof deze vraag positief. Het hof overweegt dat de schepping die voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt met name de uiterlijke verschijningsvorm van de personages betreft en dat deze zo afwijkend van de (indertijd) gebruikelijke verschijningsvorm van dergelijke figuren dat deze als eigen intellectuele schepping van de bedenker kan worden aangemerkt. Het hof wijst naar een aantal atypische elementen van het kabouterpaar waaronder: de ringbaard, muts met hangoren en belletjes in plaats van de klassieke puntmuts en de lange neus met rood puntje van Kabouter Plop alsmede de twee blonde vlechten met strikken van Kwebbel in combinatie met de karakteristieke contrasterende primaire kleuren van de kleding van beide kabouters.

 

Hetzelfde geldt naar het oordeel van het hof echter niet voor het tweede koppel (Piet Piraat en Stien Struis). Het uiterlijk van Piet Piraat is daar volgens het hof niet uitzonderlijk genoeg voor nu zijn verschijningsvorm in het licht van eerdere piraten en aanverwante personages te banaal is om aan de werktoets te voldoen. Ditzelfde geldt volgens het hof voor de verschijning van Stien Struis. Ook de gezamenlijke verschijning van Piet Piraat en Stien Struis is volgens het hof niet zodanig creatief dat daaraan auteursrechtelijke bescherming kan worden toegepast.  

 

Betreft de vraag of appelanten inbreuk maken op de auteursrechten van Studio 100 oordeelt het hof dat dit bij de Vrolijke Kabouters het geval is. Hoewel er in de details verschillen zijn, is de totaalindruk volgens het hof zodanig gelijkend dat de Vrolijke Kabouters qua uiterlijke verschijningsvorm als nabootsing van Kabouter Plop en Kwebbel moeten worden aangemerkt.

 

Met betrekking tot Piet Piraat en Stien Struis is het hof zoals hierboven genoemd echter anders dan de rechtbank tot de conclusie gekomen dat op de verschijningsvorm van deze personages geen auteursrecht rust. Het stond appelanten volgens het hof derhalve vrij een piraat te exploiteren met een verschijningsvorm gelijkend op die van Piet Piraat mits daarbij niet onnodig werd aangeleund tegen en verwarring werd gesticht met het desbetreffende personage van Studio 100. Van een dergelijk verwarringsgevaar kan volgens het hof niet worden gesproken als louter de mannelijke piraten in ogenschouw worden genomen; het uiterlijk van Piet Piraat is daarvoor volgens het hof te weinig onderscheidend. Dit ligt volgens het hof anders waar het de niet gangbare combinatie van een mannelijke piraat met zijn blonde vriendin met rode muts betreft. Tezamen beschouwd vertonen 'Pret Piraat' en zijn vriendin naar het oordeel van het hof een zodanige gelijkenis met Piet Piraat en Stien Struis dat voor de hand ligt dat eerstbedoelden door het publiek worden aangezien voor de door Studio 100 gecreëerde personages althans dat hun uiterlijk bij het relevante publiek verwarring veroorzaakt, zonder dat de combinatie van elementen die die gelijkenis bepalen voor het uitbeelden van een piraat en zijn vriendin nodig zijn (en dat appelanten zich dat ook bewust waren, zodat sprake is van aanleunen).

 

Het hof sluit zich met betrekking tot het inbreukmakend karakter van het teken PRET PIRAAT (op het woordmerk PIET PIRAAT) aan bij hetgeen de rechtbank heeft overwogen in rov. 4.8 tot 4.12. Het gestelde voorgebruik van het teken is volgens het hof onvoldoende onderbouwd, en de door appelanten ondertekende onthoudingsverklaring laat volgens het hof onverlet dat Studio 100 belang heeft bij de vaststelling dat gebruik van PRET PIRAAT inbreukmakend is, te meer nu deze blijkens de bewoordingen daarvan slechts geldt "tot het moment dat hierover een onherroepelijk rechterlijk oordeel is gegeven".

 

Op grond van het bovenstaande oordeelt het hof dat appelanten ten aanzien van de personages van Piet Piraat en zijn vrienden in plaats van een verbod op inbreuk op de auteursrechten van Studio 100 wordt veroordeeld om  verwarring wekkende nabootsing van het koppel Piet Piraat en Stien te staken en gestaakt te houden. Voor het overige wordt bestreden beslissing van de rechtbank bekrachtigd. Appelanten worden als hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep waarbij 2/3 van het salaris zal worden begroot op basis van het indicatietarief voor een eenvoudige bodemzaak en 1/3 van het salaris op basis van het liquidatietarief.

 

IEPT20170530, Hof Amsterdam, Studio 100

 

ECLI:NL:GHAMS:2017:2036