Zoom.in moet MN weer toegang geven tot haar CMS

13-06-2017 Print this page
IEPT20170601, Rb Amsterdam, MN v Zoom in
(Met dank aan Diederik Stols, Boekx Advocaten)

Zoom.in onvoldoende aannemelijk gemaakt dat voldoen aan verplichtingen jegens MN zou leiden tot de teloorgang van het bedrijf: geenszins valt te concluderen dat een overeenkomst met YouTube, met behoud identiteit en zelfstandigheid van MN, niet in overeenstemming zou zijn te brengen met het nieuwe YouTube beleid. Zoom.in onvoldoende aannemelijk gemaakt dat opschorting gerechtvaardigd zou zijn omdat MN ernstig tekort zou zijn geschoten in de nakoming van haar eigen verplichting: Zoom.in heeft MN niet in gebreke gesteld en de volledige overname bedrijfsvoering van MN gaat veel verder dan ‘opschorten’. Voldoende aannemelijk dat de rechter in een eventuele bodemprocedure zal oordelen dat Zoom.in geen goede gronden heeft om de Overeenkomst niet langer na te komen. Vorderingen Zoom.in in reconventie tot nakoming van de Overeenkomst en het verwijderen van een tekst over vertraging in betaling op de website MN, niet toewijsbaar: Zoom.in onvoldoende specifiek kenbaar gemaakt waar MN tekort schiet en Zoom.in onvoldoende onderbouwd dat de tekst op de website van MN jegens haar onrechtmatig zou zijn.

Zie voor Engels het bericht op IPPT.eu

IE-VERBINTENISSENRECHT

Kort geding. Zoom.in is een Nederlands bedrijf dat (video) content publiceert op verschillende mediakanalen, waaronder YouTube. MN is een Brits bedrijf dat zich richt op de exploitatie van YouTube kanalen, met name gericht op muziek. Partijen zijn in 2014 een samenwerking aan gegaan. Deze samenwerking is vastgelegd in een overeenkomst , waarbij MN toegang krijgt tot het CMS waarmee MN een groter platform met nog meer kanalen kan bedienen en kan managen. Zoom.in krijgt in ruil daarvoor een deel van de opbrengst. Tussen partijen ontstaat onenigheid en Zoom.in brengt vervolgens de kanalen van MN onder bij Zoom.in waardoor de reclame-inkomsten ook op het AdSense account van Zoom.in worden bijgeschreven. MN vordert onder andere toegang tot het CMS zodat zij de kanalen van de bij haar aangesloten artiesten kan managen en betaling van de achterstallige reclame-inkomsten. Zoom.in. vordert in reconventie nakoming van de overeenkomst en om de tekst waarin MN haar artiesten informeert over de betalingsachterstand, van het dashboard te verwijderen.

Het verweer van Zoom.in in conventie komt erop neer dat zij (1) in de onmogelijkheid verkeert om (onverkort) aan deze verplichting van de overeenkomst te (blijven) voldoen, omdat dit fatale gevolgen zou kunnen hebben voor zowel MN als Zoom.in (omdat Google/YouTube in dat geval het scherm ‘op zwart’ zou zetten, omdat MN een door YouTube ongewenst ‘subnetwork’ is) en/ of (2) dat zij gerechtigd is om haar verplichtingen op te schorten, omdat MN op haar beurt zich volgens Zoom.in niet aan haar verplichtingen houdt. Het ingrijpen van Zoom.in moet tegen deze achtergrond volgens haar worden gezien als een ‘tijdelijke noodmaatregel’.

Zoom.in heeft echter, volgens de voorzieningenrechter, onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het voldoen aan de verplichtingen jegens MN zou leiden tot teloorgang van het bedrijf. YouTube hanteert inderdaad sinds 1 januari 2017 een strenger beleid, in die zin dat ´subnetworks´ niet langer worden getolereerd. Het verweer van MN dat zij geen ´subnetwork´ maar een ´affiliate´ is, had op zijn minst onderzocht moeten worden. Daarnaast valt uit de correspondentie van MN met YouTube niet te concluderen dat een overeenkomst met YouTube, met behoud van de identiteit en zelfstandigheid van MN, in overeenstemming met het nieuwe beleid van YouTube niet tot de mogelijkheden zou behoren.

Geenszins valt te concluderen dat een overeenkomst met YouTube, met behoud identiteit en zelfstandigheid van MN, niet in overeenstemming zou zijn te brengen met het nieuwe YouTube beleid.

Voorts heeft Zoom.in onvoldoende aannemelijk gemaakt dat MN ernstig tekort zou zijn geschoten in de nakoming van haar eigen verplichtingen, zodat opschorting gerechtvaardigd zou zijn. Daarbij heeft Zoom.in geen duidelijke ingebrekestelling in het geding gebracht waaruit ondubbelzinnig blijkt dat zij MN op deze tekortkoming heeft gewezen of tot nakoming heeft gemaand. Hierbij komt dat het volledig overnemen van de bedrijfsvoering van MN, zoals Zoom.in lijkt te hebben gedaan met het treffen van de maatregel, een stuk verder gaat dan het opschorten van verplichtingen. Voorts komt het standpunt van Zoom.in, dat het slechts een tijdelijke noodmaatregel betreft, onaannemelijk voor aangezien deze situatie al sinds december 2016 voortduurt.

Gezien het voorgaande is het voor de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat Zoom.in geen goede gronden heeft om de overeenkomst niet langer na te komen.

De vorderingen van Zoom.in in reconventie met betrekking tot nakoming van de overeenkomst en de tekst over de vertraging in de betaling die MN op haar website heeft geplaatst, zijn niet toewijsbaar. Zoom.in heeft onvoldoende specifiek kenbaar gemaakt waar MN in haar optiek tekort schiet en Zoom.in heeft geen deugdeijke en concrete sommaties overlgegd. Van de tekst op de website heeft MN -volgens de voorzieningenrechter terecht-  opgemerkt dat deze neutraal is en dat het MN vrij staat om de bij haar aangesloten kanalen in te lichten over de oorzaak van de niet tijdige betaling. In welke in deze tekst dan alsnog onrechtmatig is jegens Zoom.in, heeft Zoom.in onvoldoende onderbouwd.

IEPT20170601, Rb Amsterdam, MN v Zoom in

(Kopie originele vonnis)