Merkenrecht. Beroep tegen de toegewezen nietigheidsprocedure tegen het uniebeeldmerk met het woordelement GOLD MOUNT voor waren uit de klasse 34 (tabak, rookartikelen). De Kamer van Beroep bepaalde dat het merk niet voldoende normaal gebruikt is en dat de inschrijving daardoor nietig is.
Het beroep faalt. Het Gerecht bepaalt dat er geen bewijs is van normaal gebruik van het merk. Dit ligt erin dat het aangedragen bewijs veelal een ander merk betreft, namelijk Kaane. Het feit dat daarbij wel hetzelfde beeld van een bergtop gebruikt wordt doet daaraan geen afbreuk, immers wordt het woordelement GOLD MOUNT nog steeds niet gebruikt. Daarnaast is er niet voldoende bewijs aangedragen dat het merk actief gepromoot is in de unie. Het argument van verzoeker dat het merk niet voldoende normaal gebruikt kon worden doordat de producten niet verkocht konden worden doordat de sigaretten niet aan de unierichtlijnen voldeden kan niet worden geaccepteerd. Het feit dat de sigaretten niet aan de norm voldoen is immers geen externe oorzaak die een mogelijke rechtvaardiging zou zijn voor gebrek aan normaal gebruik. Het uniebeeldmerk is nietig.
“28 Thus, the applicant does not dispute the fact that the mark at issue, as registered, does not appear on any of those items of evidence. Nor does it dispute the fact that the figurative element of the mark at issue representing a mountain is a jointly dominant element of that mark and thus that the mark at issue and the word mark GOLD MOUNT differ in a non-negligible element. Consequently, the applicant does not dispute the fact that the use of the expression ‘gold mount’, without the figurative element representing a mountain, is not a use of the mark at issue which is in accordance with point (a) of the second subparagraph of Article 15(1) of Regulation No 207/2009.”
Lees het arrest hier.
