Inbreuk op merk- en handelsnaam Van Ruysdael

26-07-2017 Print this page
IEPT20170628, Rb Den Haag, NBG Monuglass v Miro

NBG Monuglass wordt verboden om het teken Van Ruysdael als merk of handelsnaam te gebruiken in Nederland: Miro kan zich beroepen op oudere handelsnaam, dat NBG Monuglass het merkenrecht op het Benelux-merk Van Ruysdael heeft verkregen doet hier niet aan af nu handelsnaamrecht geen van merkenrecht afhankelijk recht is, bestaan van verwarringsgevaar is niet bestreden. Content op website NBG Monuglass inbreukmakend: niet in geschil dat content is ontleend aan website VRI, VRI heeft auteursrecht op deze content overgedragen aan Miro. Geen auteursrechtinbreuk op huisstijl website: onvoldoende gesteld dat deze auteursrechtelijk beschermd is. Inbreuk op Franse nationale merk Van Ruysdael. Mededelingen over merk- en handelsnaamrecht en samenwerking met Van Ruysdael misleidend: rectificatie toegewezen.

 

HANDELSNAAMRECHTAUTEURSRECHTMERKENRECHT - PUBLICATIE

 

Vonnis in incident. Zie eerder (IEPT20161221). Miro vordert bij wege van provisionele voorziening kot gezegd NBG Monuglass te gebieden het gebruik op het teken van Ruysdael te staken en gestaakt te houden, inbreuk op haar auteursrecht te staken en gestaakt te houden en een rectificatie van mededelingen over het Van Ruysdael merk- en handelsnaamrecht en samenwerking.

 

Met betrekking tot de vermeende handelsnaaminbreuk overweegt de rechtbank dat reeds in het tussenvonnis is overwogen dat Miro zich kan beroepen op een oudere handelsnaam. De rechtbank oordeelt dat NBG Monuglass daarom is gehouden haar (jongere) gebruik van de handelsnaam in Nederland te staken. Dat NBG Monuglass het Benelux-merk Van Ruysdael rechtsgeldig heeft verworven van de Stichting, doet daar volgens de rechtbank niet aan af omdat hier niet de geldigheid van het merk of van de overdracht aan de orde is, maar het verwarringwekkend gebruik van een teken met een oudere handelsnaam. Anders dan NBG Monuglass heeft betoogd, is het handelsnaamrecht volgens de rechtbank geen van het merkrecht afhankelijk recht. Nu voorts niet is bestreden dat het gebruik van het jongere merk naast de oudere handelsnaam tot verwarring leidt bij (potentiële) afnemers, wordt het gevorderde inbreukverbod voor Nederland toegewezen.

 

In het kader van de vermeende auteursrechtinbreuk stelt de rechtbank vast dat niet in geschil is dat de ontent van de op Nederland en Frankrijk gerichte websites van NBG Monuglass en de thans door NBG Monuglass gebruikte huisstijl ontleend zijn aan de website van VRI en dat deze content onder meer foto’s, video’s, een logo, handleidingen en (overige) teksten omvat, die volgens partijen als auteursrechtelijk beschermde werken zijn aan te merken. Volgens de rechter moet gelet op artikel 4 Aw worden aangenomen dat VRI het auteursrecht op deze werken had nu deze door VRI openbaar zijn gemaakt en VRI zichzelf op de website als auteursrechthebbende heeft gepresenteerd. VRI heeft de content overgedragen aan Miro. Het gevorderde inbreukverbod wordt op grond van het bovenstaande toegewezen, met uitzondering van de gestelde inbreuk op de huisstijl van de website, nu onvoldoende is gesteld dat deze auteursrechtelijk is beschermd.

 

De rechtbank oordeelt dat ook sprake is van inbreuk op het Franse Nationale Van Ruysdael merk, nu niet bestreden is dat NBG Monuglass het teken Van Ruysdael in Frankrijk gebruikt ter onderscheiding van producten op het gebied van monumentaal glas en uit de overgelegde producties blijkt vooralsnog voldoende dat Miro houdster is van het Franse nationale merk Van Ruysdael. Volgens de rechtbank is hiermee sprake van inbreuk in de zin van artikel 5 lid 1 onder a en b van de Merkenrichtlijn. Dit is volgens de rechtbank een in de EU-lidstaten geharmoniseerde bepaling, die de lidstaten in hun nationale wetgeving moeten hebben geïmplementeerd en voor zover dat niet of niet juist is gebeurd moeten de nationale wetten richtlijnconform worden uitgelegd. Het verbod op merkinbreuk in Frankrijk is daarmee naar het oordeel van de rechtbank toewijsbaar.

 

Tot slot wordt ook de gevorderde rectificatie van mededelingen van NGB Monuglass met de strekking dat zij(rechten van) VRI heeft overgenomen en/of dat zij samenwerkt met “Van Ruysdael”, toegewezen. Gelet op hetgeen is overwogen met betrekking tot de merk- en handelsnaamrechten van NBG Monuglass zijn deze mededelingen naar het oordeel van de rechtbank te beschouwen als misleidende mededelingen in de zin van artikel 6:194 sub i BW en daarmee onrechtmatig jegens Miro.

 

IEPT20170628, Rb Den Haag, NBG Monuglass v Miro

 

ECLI:NL:RBDHA:2017:7101