Buma mag toestemming voor het draaien van haar repertoire op Fresh FM weigeren

15-08-2017 Print this page
IEPT20170725, Hof Amsterdam, Scoezh v Buma

Buma hoeft niet te gedogen dat Scoezh op Fresh FM weer Buma-repertoire zal uitzenden: voldoende aannemelijk dat Scoezh wist van en meewerkte aan eerdere inbreukmakende webcasting, Buma mag eisen dat over het verleden wordt afgerekend, Buma mag een behoorlijk onderbouwde opgave van reclame-inkomsten verlangen, Scoezh heeft het bedrag dat zij erkent schuldig te zijn nog niet betaald en eis dat oud-bestuurder op geen enkele wijze bij Scoezh betrokken mag zijn gaat weliswaar te ver maar kan niet leiden tot toewijzing vordering.

 

AUTEURSRECHT

 

Hoger beroept tegen (IEPT20161012), waarin de voorzieningenrechter oordeelde dat door Buma gestelde eisen voor het verlenen nieuwe licentie aan Scoezh gelet op negatieve ervaringen met Fresh FM niet onredelijk zijn. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis.

 

Het hof is van oordeel dat het voldoende aannemelijk is dat Scoezh wist van en meewerkte aan eerdere webcasting van Fresh FM. Dat de webcasting zich uitstrekte tot Buma-repertoire en dat hiervoor geen licentie bestond of bestaat en geen licentievergoeding is/wordt betaald staat vast. In gevallen als dit is voor opheffing van de onrechtmatigheid naar het oordeel van het hof in het algemeen noodzakelijk en voldoende dat een licentie wordt verkregen en vergoedingen worden betaald. De webcasting was dus inbreukmakend en Scoezh was daarvoor, naar voorshands aannemelijk is, medeverantwoordelijk.

 

Volgens het hof geldt dat dat de verplichting waarvan Buma nakoming wenst alvorens zij instemt met een licentie en voortzetting van de webcasting van Fresh FM ziet op het afdragen van die licentievergoedingen voor auteursrechtelijk beschermde werken in het verleden. Buma hoeft naar het oordeel van het hof, nu zij in dit kort geding voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Scoezh mede verantwoordelijk is voor de webcasting niet te dulden dat die, onrechtmatige, webcasting voortgaat en mag daarbij vergen dat over het verleden wordt afgerekend.

 

Daarnaast mag Buma naar het oordeel van het hof in redelijkheid een behoorlijk onderbouwde opgave verlangen van reclame-inkomsten. Zij misbruikt haar positie als monopolist niet door daaraan, in het belang van de daadwerkelijk auteursrechthebbenden, haar aangeslotenen, vast te houden. Daarbij komt volgens het hof bovendien dat Scoezh, hoewel zij erkent een bedrag van tenminste € 76.506,- verschuldigd te zijn, dat tot dusver niet daadwerkelijk heeft betaald en ook niet te betalen heeft aangeboden; zij biedt een lager bedrag aan. In die omstandigheden kan Buma naar het oordeel van het hof in redelijkheid toestemming/licentie voor nieuwe uitzendingen weigeren totdat daadwerkelijk is betaald.

 

De eis dat een oud-bestuurder op geen enkele wijze meer bij Scoezh betrokken mag zijn, gaat volgens het hof wel te ver. Het hof overweegt dat het op zichzelf in het kader van dit kort geding voldoende aannemelijk is dat Buma zodanig slechte ervaringen heeft met Scoezh onder bestuurdersschap van de bestuurder dat zij in redelijkheid kan weigeren nog zaken met Scoezh te doen zo lang hij bestuurder is. Buma gaat echter verder en eist dat deze man, die thans geen bestuurder meer is op geen enkele wijze (ook niet als verhuurder of eigenaar van apparatuur) bij Scoezh betrokken is. Het gaat naar voorshands oordeel van het hof voor een organisatie in de positie van Buma – een de facto monopolist – te ver dat buma op zo vergaande wijze treedt in de interne inrichting van Scoezh en het verlenen van toestemming afhankelijk maakt van het voldoen aan haar wensen.

 

Het slagen van deze grief baat Scoezh echter niet omdat de vordering van Scoezh inhoudt dat Buma wordt veroordeeld om te gehengen en gedogen dat zij, Scoezh, (en de Omroepproducent) kort samengevat weer Buma-repertoire uitzendt (uitzenden). Uit het falen van de eerste twee grieven vloeit reeds voort dat die eis niet toewijsbaar is. Op grond van het bovenstaande bekrachtigt het hof het vonnis waarvan beroep.

 

IEPT20170725, Hof Amsterdam, Scoezh v Buma

 

(kopie vonnis)