Door Buma gestelde eisen voor verlenen nieuwe licentie gelet op negatieve ervaringen niet onredelijk

12-10-2016 Print this page
IEPT20161012, Rb Amsterdam, Scoezh v Buma

Door Buma gestelde eisen voor verlenen van nieuwe licentie aan Scoezh leveren geen misbruik van bevoegdheid op: aanzienlijke betalingsachterstanden en niet voldaan aan opgaveverplichtingen, Scoezh naast etheruitzendingen ook aansprakelijk voor openbaarmaking Buma-repertoire via webcasting, Buma niet gehouden om tot overeenstemming te komen zonder vorderingen uit het verleden – in ieder geval gedeeltelijk - voldaan te krijgen, eis dat voormalig bestuurder niet langer bij Scoezh betrokken mag zijn niet onredelijk gelet op eerdere negatieve ervaringen.

 

Kort geding. Zie eerder (IEPT20160913), waarin de voorzieningenrechter de vorderingen van Scoezh jegens Sena afwees, en zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van de vorderingen jegens Buma gelet op een forumkeuzebepaling uit een tussen partijen gesloten overeenkomst. Dat deel is derhalve doorverwezen naar de rechtbank Amsterdam. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam dient in het onderhavige geschil te beoordelen of de voorwaarden die Buma stelt aan het verlenen van een nieuwe licentie aan Scoezh zodanig onredelijk zijn, dat er sprake is van misbruik van bevoegdheid.

 

Zoals ook al in het Haagse vonnis ten aanzien van Sena is geoordeeld is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit ook ten aanzien van Buma niet het geval is. Tussen partijen is niet in geschil dat Scoezh in de afgelopen jaren aanzienlijke betalingsachterstanden heeft laten ontstaan en dat zij nimmer heeft voldaan aan haar opgaveverplichtingen aan Buma. Verder staat vast dat op de vergunning van Scoezh onder de naam Fresh FM Buma-repetoire openbaar is gemaakt. Zoals ook in het Haagse vonnis is overwogen valt volgens de voorzieningenrechter, gelet op de langdurige voorgeschiedenis van niet-naleving van verplichtingen enerzijds en voortzetting van de uitzendingen anderzijds door Scoezh, niet in te zien dat Buma gehouden is om met Scoezh tot overeenstemming te komen over uitzendingen in de toekomst, zonder daarbij haar vorderingen uit het verleden, in ieder geval gedeeltelijk, voldaan te krijgen. Dat Buma daarbij als voorwaarde stelt dat over het verleden aan de hand van een juiste opgave van de reclame-inkomsten moet worden afgerekend is volgens de voorzieningenrechter niet onredelijk nu dit nu eenmaal de wijze is waarop de billijke vergoeding wordt vastgesteld. Van Buma kan niet worden verlangd dat zij voor Scoezh een uitzondering maakt.

 

Ook de eis dat een voormalig bestuurder niet langer bij Scoezh betrokken mag zijn, is volgens de voorzieningenrechter in het licht van de omstandigheden van het geval niet onevenredig. Deze bestuurder is naar het oordeel van de rechtbank namelijk persoonlijk betrokken geweest bij alle niet nakomingen van overeenkomsten en overtredingen van rechterlijke bevelen. Gelet op deze negatieve ervaringen is het naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet onredelijk dat Buma deze eis stelt en dat zij er geen genoegen mee neemt dat Wede! zich uitsluitend heeft teruggetrokken als bestuurder.

 

De gevraagde voorzieningen worden om bovengenoemde redenen geweigerd.

 

IEPT20161012, Rb Amsterdam, Scoezh v Buma

 

(kopie uitspraak)