Overeenstemming tussen Sum-merlot en ZoMerlot leidt niet tot verwarringsgevaar

31-08-2017 Print this page
IEPT20170830, Rb Midden-Nederland, LFE v Chateau de la Garde
(Met dank aan Merel Rondhuis en Tjeerd Overdijk, Vondst Advocaten)

Enige mate van overeenstemming tussen Benelux woordmerk Sum-merlot en door Chateau de la Garde gebruikte teken ZoMerlot: auditieve en visuele overeenstemming gelegen in het element merlot, begripsmatige overeenstemming nu beide een samentrekking tussen zomer en merlot bevatten. Overeenstemming leidt ondanks feit dat merk en teken beide worden gebruikt voor wijn niet tot verwarringsgevaar: overeenstemming heeft geringe betekenis nu merk en teken in aanzienlijke mate beschrijvend zijn en ZoMerlot wordt bovendien alleen gebruikt in combinatie met het woordmerk La Tulipe.

 

MERKENRECHT

 

Eiser LFE is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met import van wijn en verkoop van wijn en is houdster van het Benelux woordmerk Sum-merlot. LFE heeft tot op heden nog geen wijn op de markt gebracht onder de naam Sum-merlot. Gedaagde Chateau de la Garde brengt onder de naam La Tulipe diverse soorten wijn op de markt. Sinds juni 2017 brengt Chateau de la Garde via Albert Heijn flessen rode (merlot) wijn op de markt voorzien van etiketten met daarop de aanduiding ZoMerlot. Volgens LFE maakt Chateau de la Garde hiermee inbreuk op haar woordmerk. Op 2 augustus 2017 heeft Chateau de la Garde een onthoudingsverklaring aan LFE toegestuurd waarin zij heeft verklaard de productie en de verkoop van wijnen voorzien van de vermelding ‘ZoMerlot’ te staken en gestaakt zal houden en alleen nog de reeds aan Albert Heijn verkochte flessen zal leveren.

 

De voorzieningenrechter overweegt dat LFE ondanks de getekende onthoudingsverklaring voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen nu Chateau de la Garde niet bereid is de levering van de door Albert Heijn al gekochte, maar nog niet geleverde flessen wijn te staken en de bij Albert Heijn aanwezige voorraad flessen wijn terug te halen.

 

De vordering om ieder teken te verbieden dat inbreuk maakt op het woordmerk Sum-merlot moet volgens de voorzieningenrechter worden afgewezen omdat deze te vaag is. Wat de vorderingen tegen het gebruik van de tekens ZOMERLOT en Zomerlot betreft moeten deze naar het oordeel van de voorzieningenrechter eveneens worden afgewezen “omdat aan die tekens geen onderscheidend vermogen toekomt”. Volgens de voorzieningenrechter behoeft daarom slechts de vordering die ziet op het teken ZoMerlot behandeld te worden.

 

De voorzieningenrechter stelt voorts dat de beschermingskracht die aan het merk Sum-merlot toekomt, gering is omdat het merk in aanmerkelijke (zij het niet volledige) mate beschrijvend is, nu het duidt op een in de zomer te drinken merlotwijn. Het merk ontleent haar bescherming naar het oordeel van de voorzieningenrechter aan het feit dat door het gebruik van de samentrekking tussen de woorden summer en merlot een woordspeling is ontstaan die het merk enig onderscheidend vermogen geeft.

 

Tussen partijen is niet in geschil dat het teken wordt gebruikt voor dezelfde waar als waarvoor het merk is ingeschreven, namelijk wijn. Wat betreft de overeenstemming tussen merk en teken dat in het kader van de auditieve overeenstemming geldt dat het merk Sum-merlot het element merlot bevat, dat als gevolg van het koppelteken als zodanig zal worden uitgesproken en dat het teken ZoMerlot weliswaar op verschillende wijzen kan worden uitgesproken, maar zal nu het element merlot met een hoofdletter is geschreven in ieder geval worden uitgesproken met het element merlot erin De visuele overeenstemming is er volgens de voorzieningenrechter in gelegen dat zowel het teken als het merk duidelijk waarneembaar het woord merlot bevatten. Het teken en het merk vertonen naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook begripsmatige overeenstemming nu beide een samentrekking van het woord zomer en merlot bevatten.

 

De voorzieningenrechter concludeert dat het teken van Chateau de la Garde overeenstemt met het merk van LFE, maar dat deze overeenstemming niet dusdanig is dat daardoor gevaar voor verwarring ontstaat. Hierbij weegt volgens de voorzieningenrechter mee dat het merk en teken in aanmerkelijke mate beschrijvend zijn waardoor slechts beperkte betekenis toekomt aan de vastgestelde overeenstemming. Bovendien overweegt de voorzieningenrechter dat vast staat dat Chateau de la Garde het teken ZoMerlot alleen gebruikt in combinatie met haar woordmerk La Tulipe en dat LFE nog geen flessen wijn onder de naam Sum-merlot op de markt heeft gebracht waardoor het merk nog geen bekendheid heeft verworven en het relevante publiek zich nog geen beeld heeft gevormd bij dit merk. Op grond van het bovenstaande oordeelt de voorzieningenrechter dat geen gevaar voor verwarring te duchten is. Door het gecombineerde gebruik van het teken met het merk La Tulipe zal voor de gemiddelde consument (“die wijn koopt in het lagere prijssegment”) voldoende duidelijk zijn dat ZoMerlot een wijn uit de reeks La Tulipe-wijnen betreft.

 

De vorderingen worden op grond van het bovenstaande afgewezen, waarbij LFE als de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de proceskosten, aan de kant van Chateau de la Garde begroot op in totaal € 14.776,00.

 

IEPT20170830, Rb Midden-Nederland, LFE v Chateau de la Garde

 

ECLI:NL:RBMNE:2017:4358