Geen verwarringsgevaar tussen teken ‘BADTORO’ en beeldmerk ‘TORO’

29-09-2017 Print this page
IEPT20170920, GEU, Jordi Nogues v EUIPO

Merkenrecht. Beroep tegen de toegewezen oppositie tegen het beeldmerk ‘BADTORO’ voor waren en diensten van de klassen 25 (kledingstukken, schoeisel), 34 (tabak, artikelen voor rokers) en 35 (import, export, handelsvertegenwoordiging). Oppositie werd ingesteld op basis van twee Uniewoordmerken ‘TORO’, twee Spaanse beeldmerken ‘TORO’ en een Spaans woordmerk ‘EL TORO’. Het beroep wordt toegewezen.

 

Het gewraakte teken verschilt in structuur sterk in vergelijking  met oudere Uniewoordmerken TORO, vanwege het dominerende beeldelement. Er is een duidelijk verschil in die zin dat het oudere beeldmerk een beeldelement bevat met een dominerend woordelement, terwijl het aangevraagde merk bestaat uit een dominerend beeldelement en een ondergeschikt woordelement. Hoewel de gemeenschappelijke verwijzing naar het begrip stier aanwezig is, vertoont het aangevraagde merk meer gelijkenis met een mascotte of personage  dan met het klassieke silhouet. De Kamer van Beroep heeft de aanwezigheid van de term ‘toro’ in beide tekens overschat. Er is geen sprake van verwarringsgevaar.

 

“60. Hoewel deze gemeenschappelijke verwijzing naar het begrip stier in de conflicterende tekens vervat ligt, vertoont de in het aangevraagde merk afgebeelde stier, zoals verzoekster stelt, meer gelijkenis met een mascotte of een personage dat verschilt van het dier dat gewoon wordt vermeld of afgebeeld in de oudere merken. Zo wordt aan de stier in het aangevraagde merk, anders dan de benaming „toro” en het klassieke silhouet van de in het oudere beeldmerk afgebeelde stier, een menselijke gedaante gegeven, met name door de ogen, die – zoals verzoekster stelt – een houding van boosaardigheid of opstandigheid weerspiegelen. Bovendien getuigt de afbeelding van het dier van een grote verbeeldingskracht want het heeft overdreven grote hoorns en slechts drie poten. Bij het zien van de uitdrukking van de aldus afgebeelde stier kan de betrokken consument het woordelement „badtoro” opvatten als de naam van dit personage.

 

62. Uit al het voorgaande volgt dat de kamer van beroep bij haar onderzoek of de conflicterende tekens overeenstemmen, is uitgegaan van de onjuiste vaststelling dat het beeldelement van het aangevraagde merk niet overheerst en daarbij de invloed op het publiek van de aanwezigheid van de term „toro” in beide tekens heeft overschat. Gelet op het feit dat, ten eerste, het beeldelement wegens zijn overheersende plaats en zijn bijzondere kenmerken het element is dat de aandacht van het relevante publiek zal trekken en, ten tweede, de term „toro” geen zelfstandige onderscheidende plaats in het aangevraagde merk behoudt, dient te worden geconcludeerd dat de conflicterende tekens zeer zwak visueel overeenstemmen, gemiddeld fonetisch overeenstemmen en in zekere mate begripsmatig overeenstemmen. Bijgevolg stemmen de betrokken tekens in hun geheel zwak overeen [zie naar analogie arrest van 17 februari 2011, Annco/BHIM – Freche et fils (ANN TAYLOR LOFT), T‑385/09, EU:T:2011:49, punt 38]. […]

 

69. Bij de globale beoordeling van de conflicterende tekens volstaan de ertussen bestaande visuele, fonetische en begripsmatige verschillen als gevolg van de overheersende positie en het fantasierijke karakter van de afgebeelde stier en de term „bad”, dat in het aangevraagde merk voor de term „toro” staat, alsmede de logische eenheid die ontstaat uit de woord- en beeldelementen in hun geheel beschouwd om te besluiten dat het relevante publiek bij het zien van deze tekens geen verband ertussen zal leggen, daar het dominerende beeldelement noch het woordelement van het aangevraagde merk samenvalt met het enige element of een van de elementen van de oudere merken. Gelet daarop is het, ofschoon de betrokken waren en diensten dezelfde of soortgelijk zijn, weinig waarschijnlijk dat de consument aanneemt dat deze waren en diensten, wanneer zij met het aangevraagde merk worden aangeboden, afkomstig zijn van de onderneming die houdster is van de oudere merken of van een economisch verbonden onderneming [zie in die zin en naar analogie arrest van 18 december 2008, Torres/BHIM – Bodegas Peñalba López (Torre Albéniz), T 287/06, EU:T:2008:602, punt 74].”

 

T-350/13 - EU:T:2017:633