Voorlopig getuigenverhoor afgewezen

05-02-2018 Print this page
IEPT20171116, Rb Amsterdam, MKB Ondernemers v TomTom
(Met dank aan Nils Winthagen, WinthagenMensink advocaten)

Voorlopig getuigenverhoor afgewezen wegens strijd met goede procesorde: onvoldoende inzichtelijk welk gerechtvaardigd belang MKB heeft bij toewijzing verzoek indien bodemrechter de zaak niet zal aanhouden in afwachting van de afronding van de voorlopige getuigenverhoren of geen bewijs opdraagt, aan bodemrechter om te oordelen over bewijslevering.

 

PROCESRECHT

 

MKB Ondernemers (hierna: “MKB”), eerder bekend onder de handelsnaam MKB Brandstof, geeft een soort creditcard uit waarmee het voor ondernemers gemakkelijker is om de administratie in verband met tanken, parkeren en autowassen te voeren. In de reclame-uitingen maakten zij hiervoor gebruik van Tom de Ridder, een fictief persoon. In het kader van een rebranding besluit MKB af te stappen van de handelsnaam MKB Brandstof en gebruik te gaan maken van de naam TOM. Hiervoor is contact geweest met TomTom en uiteindelijk een co-existence agreement gesloten. Volgens TomTom heeft MKB zich niet aan deze overeenkomst gehouden. TomTom heeft daarom de overeenkomst ontbonden. MKB heeft vervolgens TomTom gesommeerd de overeenkomst na te komen, waarna een kort geding is gevoerd (IEPT20161221). De voorzieningenrechter oordeelde dat de overeenkomst geldig was ontbonden en dat het Tom-teken van MKB inbreuk maakte op de merkrechten van TomTom. In de onderhavige zaak heeft MKB de rechtbank verzocht te bevelen dat een voorlopig getuigenverhoor gehouden zal worden. Het doel van het verzoek is volgens MKB met name het boeken van tijdwinst in de bodemprocedure. Het verzoek wordt afgewezen.

 

De rechtbank overweegt dat MKB heeft verklaard dat zij met name beoogt tijdwinst te boeken in de reeds lopende bodemzaak tegen TomTom. Zij wenst bewijs te verzamelen om haar procespositie te beoordelen en anticipeert op de beslissing van de bodemrechter inzake de bewijslevering. Volgens de rechtbank gaat MKB er kennelijk vanuit dat de bodemrechter na de comparitie een tussenvonnis zal wijzen en bewijs zal opdragen, hetgeen door TomTom onderbouwd is betwist. De rechtbank oordeelt dat onvoldoende inzichtelijk is welk gerechtvaardigd belang MKB heeft bij toewijzing van het verzoek indien de bodemrechter de zaak niet zal aanhouden in afwachting van de afronding van de voorlopige getuigenverhoren of geen bewijs opdraagt. Het belang van een goede procesorde brengt mee dat het aan de bodemrechter dient te worden overgelaten of bewijslevering nodig is, en zo ja, hoe de bewijsopdracht zal luiden.

 

IEPT20171116, Rb Amsterdam, MKB Ondernemers v TomTom

 

(kopie originele vonnis)