Voeging niet-VRO-zaak met VRO-zaak afgewezen

06-12-2017 Print this page
IEPT20171122, Rb Den Haag, Astrazeneca v Sandoz

Voeging van niet VRO-zaak met VRO-zaak afgewezen: leidt ertoe dat niet-VRO zaak feitelijk ook onder VRO komt te vallen, zonder dat daartoe door eisende partij is verzocht, kan voor vertraging zorgen omdat VRO-zaak moet worden vertraagd tot antwoord in reconventie in onderhavige zaak of doordat zaken later weer moeten worden gesplitst wegens nadere proceshandelingen. Zaak geschorst totdat in nietigheidsprocedure in VRO-zaak eindvonnis is gewezen: indien in die zaak nietigheids- of reconventionele inbreukvordering zou slagen ontvalt belang aan onderhavige procedure, waardoor kosten CvA in onderhavige zaak kunnen worden voorkomen.

 

PROCESRECHT

 

In de hoofdzaak stelt Astrazeneca dat Sandoz inbreuk maakt op haar octrooi EP 138. In dit incident vordert Astrazeneca voeging met een op 6 januari 2017 door Sandoz jegens Astrazeneca aanhangig gemaakte VRO-procedure (hierna ook: de nietigheidsprocedure)omtrent de geldigheid van EP 138. Sandoz heeft schorsing van de onderhavige procedure gevorderd totdat in de nietigheidsprocedure de beslissing in kracht van gewijsde is gegaan dan wel op andere wijze definitief is geëindigd.

 

De rechtbank wijst de gevorderde voeging af, omdat dit ertoe leidt dat de onderhavige niet-VRO zaak in feite onder het VRO komt te vallen, zonder dat hiertoe door de eisende partij is verzocht. Daarnaast kan de voeging voor vertraging zorgen. De rechtbank schorst de zaak wel, echter enkel totdat in de nietigheidsprocedure eindvonnis is gewezen. Schorsing totdat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan leidt tot te veel vertraging..

 

IEPT20171122, Rb Den Haag, Astrazeneca v Sandoz

 

(kopie origineel vonnis)