Merk voor Russische koningskrab normaal gebruikt ondanks lage hoeveelheid aangeboden producten

28-11-2018 Print this page
IEPT20180425, GEU, Walfood v EUIPO

chatka.pngMerkenrecht. Beroep van Walfood SA tegen toewijzing oppositie. Walfood had een aanvraag voor internationale registratie ingediendvoor het woordmerk ‘CHATKA’ in klasse 29 (verse krab, ingevroren en geconserveerd). Romanov Holding stelde oppositie in op basis van haar internationale registratie van het beeldmerk ‘CHATKA’.

 

Het beroep faalt. Het Gerecht stelt allereerst vast dat uit de bewoording van artikel 42 lid 2 GMeV blijkt dat de relevante periode van de (de facto) gebruiksplicht van een merk aanvangt op het moment van publicatie van de aanvrage om een Gemeenschapsmerk, en niet op de datum van aanvang van de oppositieprocedure zoals de Kamer van Beroep had vastgesteld. Voor een internationale registratie waarin de Europese Unie wordt aangewezen is volgens artikel 152 GMeV de datum van die registratie gelijk aan de datum van publicatie als bedoeld in artikel 42 lid 2 GMeV.

 

Vervolgens buigt het Gerecht zich over het normaal gebruik van het merk door Arimpex Promoqualita namens de houder. Voordat de registratie werd overgedragen aan Arimpex Promoqualita gebruikte zij het beeldmerk namelijk al met toestemming van de toenmalige houder. Om dat gebruik te laten meetellen voor het normaal gebruik moet bewezen worden dat de derde partij voor dat gebruik toestemming van de rechtmatige eigenaar van het merk heeft gekregen. Tussen Arimpex Promoqualita en Sadco France (de vorige houder van het merk) is op 6 juli 2004 een overeenkomst tot stand gekomen, waarin zij de gedeeltelijke overdracht van het internationale merk formaliseerden ten voordele van Arimpex Promoqualita. Het Gerecht oordeelt dat deze overeenkomst niet in tempore suspecto is opgesteld, dat wil zeggen ten tijde van het ontstaan van een geschil over het merk, maar reeds op 6 juli 2004. Mede daardoor is de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de overeenkomst vastgesteld. Het Gerecht stelt daarom vast dat Arimplex het merk van houder Sadco met toestemming van Sadco heeft gebruikt.

 

Als laatste buigt het Gerecht zich over de vraag of aan de gebruiksplicht van een merk is voldaan. Het Gerecht overweegt dat er sprake is van een normaal gebruik van een merk indien het merk wordt gebruikt in overeenstemming met haar essentiële functie, namelijk het garanderen van de oorsprong van de waren of diensten waarvoor het is geregistreerd. Daarbij moet niet worden gekeken naar de hoeveelheid van het gebruik in absolute termen, maar in relatie tot de overige relevante factoren van het product (o.a. kostbaarheid en beschikbaarheid van het product). In dit geval wordt overwogen dat hoewel de hoeveelheid verhandelde producten laag is, dit wordt gecompenseerd door het feit dat Russische koningskrab geen alledaags, maar een gastronomisch en prijzig product is. Dientengevolge komt het Gerecht tot de conclusie dat, ondanks de lage verhandelde hoeveelheid, geen sprake is van slechts symbolisch gebruik van het merk.

 

Nu geen van de aangevoerde argumenten tot een ander oordeel leiden, heeft de Kamer van Beroep terecht mogen oordelen dat sprake was van een normaal gebruik van een ouder geregistreerd merk gedurende de relevante periode. Geen nietigverklaring van de bestreden beslissing.

 

T-312/16 - ECLI:EU:T:2018:221