Geen dwaling omtrent huur- en franchiseovereenkomst

28-05-2018 Print this page
IEPT20180515, Hof Arnhem-Leeuwarden, Delifrance

Appellante heeft niet bewezen dat zij bij aangaan van huurovereenkomst en franchiseovereenkomst niet op de hoogte was dat net buiten overeengekomen beschermingsgebied andere broodjeszaak met dezelfde formule zou worden geopend.

 

FRANCHISING - DWALING

 

Appellante heeft op 23 februari 2012 een huurovereenkomst overgenomen van [B]. Appellante heeft op die datum ook een franchiseovereenkomst gesloten met Délifrance waarin staat dat Délifrance zelf geen bedrijf binnen het werkgebied zal uitoefenen en derden niet zal toestaan in dat gebied een bedrijf te exploiteren volgens het Délifrance systeem. In de bijlage van de franchiseovereenkomst is opgenomen dat het beschermingsgebied 300 meter om de vestiging betreft. Op 8 november 2012 is op afstand van 380 meter een ander Délifrance filiaal geopend. In eerste aanleg heeft Délifrance ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd en betaling van achterstallige huur van € 36.981,28 en een bedrag van € 15.812,69 op grond van de franchiseovereenkomst. Appellante vorderde in reconventie vernietiging van de indeplaatsstellingsovereenkomst en de franchiseovereenkomst op grond van dwaling.  De kantonrechter heeft de vorderingen van Délifrance grotendeels toegewezen.

 

Het hof stelt voorop dat niet ter discussie staat dat appellante zich alleen met succes op dwaling kan beroepen wanneer komt vast te staan dat zij bij het sluiten van de overeenkomst niet bekend was met de toekomstige opening van een tweede Délifrance filiaal in het centrum van Almere. Het hof oordeelt met de kantronrechter dat appellante het bewijs van dwaling niet heeft geleverd. De verklaring van appellante is een verklaring van een partijgetuige die, nu zij de bewijslast heeft, geen bewijs in haar voordeel kan opleveren. Ook de verklaringen die de verklaring van appellante ondersteunen bieden geen soelaas, omdat die niet enerzijds niet zien op gesprekken tussen appellante en de vertegenwoordiger van Délifrance en anderzijds worden tegengesproken door andere verklaringen. Voorts vindt de verklaring van de vertegenwoordiger van Délifrance steun in zijn gespreksaantekeningen in een aantekeningenboek.

 

IEPT20180515, Hof Arnhem-Leeuwarden, Delifrance

 

ECLI:NL:GHARL:2018:4395