Hof Arnhem-Leeuwarden volgt oordeel Belgische bodemrechter in kortgedingprocedure over kleurmerk Glaxo

25-05-2018 Print this page
IEPT20180522, Hof Arnhem-Leeuwarden, Glaxo v Sandoz

Het Hof Arnhem-Leeuwarden gaat er in kortgedingprocedure anders dan voorzieningenrechter (IEPT20151230) van uit dat Benelux kleurmerk van Glaxo geldig is: op grond van afstemmingsregel wordt oordeel Belgische bodemrechter dat het merk is ingeburgerd gevolgd. Hof volgt oordeel Belgische bodemrechter dat Sanzoz geen inbreuk maakt op het kleurmerk: afstemmingsregel ook toegepast ten aanzien van Sandoz B.V., die geen partij was in Belgische procedure  beslissing berust niet op een misslag, marktonderzoek niet aangemerkt als nieuw feit. Ten overvloede wordt geoordeeld dat Glaxo onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat van haar niet kan worden gevergd dat zij het op korte termijn te wijzen Haagse bodemvonnis afwacht: uitspraak verwacht op 17 oktober.

 

MERKENRECHT

 

Hoger beroep in kortgedingprocedure waarin de voorzieningenrechter (IEPT20151230) oordeelde dat het paarse (pantone 2573 C) Benelux kleurmerk van Glaxo geen onderscheidend vermogen heeft. Inmiddels heeft de Belgische bodemrechter geoordeeld dat het merk is ingeburgerd. Op grond van de afstemmingsregel gaat ook het hof uit van de geldigheid van het merk.

 

Hierdoor komt het hof – anders dan de voorzieningenrechter – wel toe aan de vraag of Sanzoz inbreuk maakt op het merk door de verkoop van inhalatoren met een vergelijkbare paarse kleur (pantone 2573 C). Ook hier volgt het hof de Belgische bodemrechter, die deze vraag ontkennend heeft beantwoord. De afstemmingsregel wordt ook toegepast ten aanzien van de vorderingen jegens Sandoz B.V. (geen partij bij de Belgische bodemprocedure) nu het materieel gaat om dezelfde kwestie.

 

Ten overvloede wordt overwogen dat – voor zover het hof zich niet zou moeten richten naar de beslissingen van de Belgische bodemrechter – dat in de Haagse bodemprocedure op korte termijn vonnis zal worden gewezen, en dat Glaxo onvoldoende  aannemelijk heeft gemaakt dat van haar niet kan worden gevergd dat zij dit vonnis afwacht. Het gestelde inboeten aan onderscheidend vermogen van het kleurmerk en gevaar voor verwarring en associatie, weegt naar het oordeel van het hof niet op tegen het ingrijpendheid van de gevolgen van een verbod voor Sandoz. Het hof is verder van oordeel dat de rechtbank Den Haag als bodemrechter beter in staat is het door partijen bijgebrachte bewijs op zijn merites te beoordelen.

 

IEPT20180522, Hof Arnhem-Leeuwarden, Glaxo v Sandoz

 

ECLI:NL:GHARL:2018:4622

 

Deze uitspraak wordt besproken in de volgende webinars:

IE-update 2e kwartaal 2018

Merkenrecht 2018 Deel 1