Geen commissie verschuldigd voor openstellen en openhouden Libanese markt
30-05-2018 Print this page
Door [A] gevorderde commissie voor openstellen en openhouden Libanese markt afgewezen: voldoende vast komen te staan dat [A] haar verplichting vanaf 2004 niet is nagekomen en zelfs actief heeft tegengewerkt met inbreuk- en invoerverbod.
(Zie eerder). VIV heeft vanaf 1973 blikken ghee naar Libanon geëxporteerd, eerst onder de naam Cow Brand, later onder de naam Gold Medal en weer later onder de naam Gold Plate. VIV leverde de blikken ghee in eerste instantie aan [A] en later rechtstreeks aan de klanten van [A]. VIV betaalde met betrekking tot de verkopen aan de klanten van [A] 2% commissie over de aan die klanten gefactureerde bedragen aan [A]. De commissie gold als tegenprestatie voor het openstellen en openhouden van de Libanese markt. [A] stelt dat VIV ten onrechte is gestopt met de betaling van deze commissie.
Het hof oordeelt echter dat voldoende vast staat dat [A] haar verplichting om zich in te spannen tot het instandhouden van de toegang voor VIV tot de Libanese markt voor ghee vanaf 2004 niet is nagekomen en zelfs actief heeft tegengewerkt. Dat leidt ertoe dat [A] over de gevorderde periode (beginnend in 2007) geen recht op commissie toekomt.
IEPT20180529, Hof Arnhem-Leeuwarden, VIV
