Toch geen normaal gebruik van de beschermde geografische aanduiding

11-09-2018 Print this page
IEPT20180607, GEU, Schmid v EUIPO

Merkenrecht. Beroep tegen de beslissing van de Kamer van Beroep  inzake een procedure tot vervallenverklaring tussen Schmid en Landeskammer für Land- und Forstwirtschaft in Steiermark. De vordering tot vervallenverklaring werd in haar geheel afgewezen nu werd geoordeeld dat normaal gebruik van het merk was aangetoond.

 

Het beroep wordt gedeeltelijk toegewezen. Verzoekster stelt terecht dat de kamer van beroep artikel 15, lid 1 van Gemeenschapsmerkenverordening (oud),  heeft geschonden nu er geen sprake is van normaal gebruik als bedoeld in dat artikel. Het gebruik van het merk kan niet een overeenkomstig de wezenlijke  functie  ervan verricht gebruik vormen nu het aanbrengen ervan op de waren louter dient ter aanduiding van de geografische oorsprong en van de aan die oorsprong toe te schrijven eigenschappen van de betrokken waren en daarnaast niet ertoe strekt te waarborgen dat de waren afkomstig zijn van een en dezelfde onderneming onder wiens controle zij zijn vervaardigd en die aansprakelijk kan worden gehouden voor de kwaliteit ervan.

Het beroep wordt verworpen voor zover deze het verzoek tot herziening van de bestreden beslissing betreft nu in casu niet voldaan is aan de voorwaarden voor uitoefening van de bevoegdheid tot herziening van het Gerecht.

 

“55. Hieruit volgt dat de kamer van beroep blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door in punt 42 van de bestreden beslissing te oordelen, ten eerste, dat artikel 15, lid 1, van verordening nr. 207/2009 niet vereist dat de eindafnemer uit het gebruik van het betrokken teken de identiteit van de producent van het litigieuze merk kan afleiden en, ten tweede, dat het volstaat dat de merkhouder een controle verricht teneinde zich ervan te verzekeren dat alle van dit merk voorziene waren zijn vervaardigd onder controle van een en dezelfde onderneming.

 

T-72/17 – ECLI:EU:T:2018:335