Associatie met beschermde geografische aanduiding niet voldoende voor vaststellen 'indirect commercieel gebruik' of 'voorstelling' daarvan

08-06-2018 Print this page
IEPT20180607, HvJEU, Scotch Whisky Association

Voor vaststelling van “indirect commercieel gebruik” van een beschermde geografische aanduiding is vereist dat het litigieuze bestanddeel identiek of vergelijkbaar is aan deze aanduiding: volstaat niet als bestanddeel associatie met de geografische aanduiding oproept. Voor vaststelling van een “voorstelling” van een beschermde geografische aanduiding is vereist dat het artikel waarvoor de beschermde geografische aanduiding geldt, als referentiebeeld voor de geest zal komen bij het zien van de litigieuze benaming: hierbij hoeft geen rekening te worden gehouden met context en feit dat bestanddeel vergezeld gaat van vermelding van de werkelijke oorsprong van het product. Bij vaststelling “onjuiste of misleidende vermelding” hoeft eveneens geen rekening hoeft te worden gehouden met de context.

 

BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDING

 

De zaak betreft een aantal prejudiciële vragen gesteld in een geding tussen The Scotch Whisky Association en een internethandelaar die een in Duitsland vervaardigde whisky verkoopt onder de naam “Glen Buchenbach”. The Scotch Whisky Association stelt dat deze benaming in strijd is met artikel 16(a)(b)(c) van de verordening 110/2008, die de geregistreerde geografische aanduiding ‘Scotch Whisky’ beschermt. Volgens The Scotch Whisky Association bieden de genoemde bepalingen ook bescherming tegen elke vermelding die aan de geografische oorsprong van deze aanduiding doet denken. 

 

Het Hof van Justitie oordeelt dat voor vaststelling van “indirect commercieel gebruik” van een beschermde geografische aanduiding ex artikel 16(a) van de verordening is vereist dat het litigieuze bestanddeel identiek of vergelijkbaar is aan deze aanduiding. Het volstaat dus niet als bestanddeel associatie met de geregistreerde geografische aanduiding oproept.

 

Voor vaststelling van een “voorstelling” van een beschermde geografische aanduiding als bedoeld in artikel 16(b) is naar het oordeel van het Hof het oproepen van enige associatie niet voldoende. Vereist is dat het artikel waarvoor de beschermde geografische aanduiding geldt, als referentiebeeld voor de geest zal komen bij het zien van de litigieuze benaming. Hierbij moet rekening worden gehouden met de vraag of de benaming en beschermde aanduiding conceptueel dicht bij elkaar liggen, maar hoeft geen rekening te worden gehouden met de context van het gebruik en met name niet met feit dat bestanddeel vergezeld gaat van vermelding van de werkelijke oorsprong van het product. Bij vaststelling van een “onjuiste of misleidende vermelding” ex artikel 16(c) hoeft eveneens geen rekening hoeft te worden gehouden met de context.

 

IEPT20180607, HvJEU, Scotch Whisky Association

 

C-44/17 - ECLI:EU:C:2018:415

 

Deze uitspraak wordt besproken in de volgende webinar:

IE-update 2e kwartaal 2018