Verwarringsgevaar tussen STOLI-label en STOLICHNAYA-merken

04-07-2018 Print this page
IEPT20180628, Hof Den Haag, Spirits v FKP
(Met dank aan Léon Dijkman, Hoyng Rokh Monegier)

Hof stemt oordeel in zaak tussen FKP en Spirits inzake (1973) Stolichnaya-merk v Stoli op oordeel bodemrechter (hof Den haag, IEPT20180109). Afstemmingsregel geldt niet in zaak tussen FKP en ZHS en ten aanzien van (2003) STOLICHNAYA-merk v Stoli. Visuele overeenstemming tussen STOLI-label en STOLICHNAYA-merken doordat meest bepalende woord uit STOLI-label “STOLI” gelijk is aan eerste deel woord “STOLICHNAYA”,             gelijkenis versterkt doordat diverse elementen STOLI-label en plaatsing daarvan gelijkenis vertonen met elementen STOLICHNAYA-merken en plaatsing daarvan, Umfeld van andere wodkaflessen doet niet af aan visuele overeenstemming, nu dit deels niet op de Benelux-markt te koop is en deels aanzienlijk afwijkt. Geen begripsmatige overeenstemming: woorden STOLI en STOLICHNAYA hebben geen betekenis voor gemiddelde consument. Gelet op de overeenstemming is sprake van (directe en/of indirecte) verwarring. Spirits heeft STOLI-flessen in zomer 2015 in Benelux op de markt gebracht (ter vervanging van de STOLICHNAYA-flessen die zij voor maart 2015 op de Benelux-markt bracht.

 

MERKENRECHT

 

Hoger beroep tegen het kort geding vonnis van 7 augustus 2015 (IEPT20150807), waarin onder meer werd geoordeeld dat er verwarringsgevaar was tussen de op de Stoli-fles gebruikte tekens en het beeldmerk “STOLICHNAYA” van FKP. Het vonnis wordt vernietigd.

 

Het hof stemt het oordeel in de zaak tussen FKP en Spirits af op het oordeel van de bodemrechter in een andere procedure tussen Spirits en FKP (zie IEPT20180109), waarin werd geoordeeld dat sprake was van verwarringsgevaar tussen de STOLI-merken en het Stolichnaya-merk.

 

Het hof is voorshands van oordeel dat het woord STOLI het dominante en (meest) onderscheidende bestanddeel is van het STOLI-label en dat het woord STOLICHNAYA het dominante en (meest) onderscheidende bestanddeel is van de STOLICHNAYA-merken, waardoor de totaalindruk van dit teken en de merken (voornamelijk) wordt bepaald, onder meer omdat de beeldelementen ofwel vaag zijn weergegeven ofwel bestaan uit eenvoudige weinig onderscheidende geometrische vormen en het woord STOLI/STOLICHNAYA tweemaal zeer prominent is afgebeeld in het teken/de merken. Het beeldelement dat een in Cyrillisch schrift geschreven woord bevat doet niet af aan deze dominantie, omdat de gemiddelde Benelux-consument dit beeldelement niet kan lezen en het element kleiner is afgebeeld dan het tweemaal voorkomende woord STOLICHNAYA.

 

Ervan uitgaande dat het woord STOLI het totaalbeeld van het STOLI-label (voornamelijk) bepaalt, gaat het hof er door de afstemmingsregel vanuit dat het STOLI-label verwarringwekkend overeenstemt met het 1973-STOLICHNAYA-merk. Voor de zaak tussen FKP en ZHS moet dit echter nog worden beoordeeld, aangezien daar de afstemmingsregel niet geld. Ook met betrekking tot het 2003 STOLICHNAYA-merk geldt de afstemmingsregel niet. Het hof is voorshands van oordeel dat sprake is van overeenstemming tussen het STOLI-label en de STOLICHNAYA-merken op visueel en auditief gebied. Visueel is sprake van aanzienlijke overeenstemming, aangezien het voor het totaalbeeld van het STOLI-label (meest) bepalende woord STOLI immers gelijk is aan het eerste deel van het voor het totaalbeeld van de STOLICHNAYA-merken (meest) bepalende woord STOLICHNAYA. De visuele gelijkenis wordt versterkt doordat diverse elementen van het STOLI-label en de plaatsing daarvan gelijkenis vertonen met elementen van de STOLICHNAYA-merken en de plaatsing daarvan. Het hof is ook voorshands van oordeel dat sprake is van een redelijke mate van auditieve overeenstemming. Er is geen sprake van begripsmatige overeenstemming, omdat de woorden STOLI en STOLICHNAYA voor de Benelux-consument geen betekenis hebben. Gelet op de overeenstemming is het hof voorshands van oordeel dat sprake is van (directe en/of) indirecte verwarring tussen het STOLI-label/de STOLI-fles en de STOLICHNAYA-merken.

 

Het hof is voorshands van oordeel dat sprake is van inbreuk doordat Spirits zelf in de zomer van 2015 de STOLI-flessen in de Benelux op de markt heeft gebracht (ter vervanging van de STOLICHNAYA-flessen die zij voor maart 2015 op de Benelux-markt bracht). Ook door het aanbieden van de STOLI-flessen en het maken van reclame daarvoor op www.stoli.com en op andere social media wordt merkinbreuk gemaakt door Spirits. Aangezien aannemelijk is dat ook ZHS de STOLI-fles in de Benelux op de markt zal brengen wordt het gevorderde inbreukverbod tegen zowel Spirits als ZHS toegewezen.

 

FKP vordert veroordeling in de volledige proceskosten ex artikel 1019h Rv. Voor de eerste aanleg oordeelt het hof dat van de opgave van FKP 95% van de kosten is besteed aan de behandeling van de zaken waarin FKP als eiseres is opgetreden en 5% aan de behandeling aan de zaken waarin FGUP is opgetreden. Dit leidt tot een bedrag van € 28.243,60. In eerste aanleg werden de vorderingen van FGUP afgewezen en werd FGUP veroordeeld in 50% van de kosten van gedaagden. Het hof oordeelt nu dat 5% van de werkzaamheden van Spirits zijn besteed aan de zaak tegen FGUP, waardoor de kosten waarin FGUP wordt veroordeeld worden vastgesteld op € 1.668,30 (uitgaande van het gevorderde € 33.366). De zaak in hoger beroep wordt aangemerkt als normale zaak, waarvoor het geldende maximale indicatietarief van € 15.000 als evenredig kan worden aangemerkt.

 

IEPT20180628, Hof Den Haag, Spirits v FKP

 

ECLI:NL:GHDHA:2018:2057