Zuid-Koreaanse S-Printing hoeft geen zekerheid te stellen voor tenuitvoerlegging van in Nederland gewezen en te wijzen vonnis

04-07-2018 Print this page
IEPT20180703, Rb Den Haag, Digital Revolution v S-Printing

Nederlandse rechter op grond van artikel 24 sub 5 Brussel I bis-Verordening bevoegd ten aanzien van Zuid-Koreaanse partij S-Printing in procedure die ziet op gevorderde zekerheidstelling voor tenuitvoerlegging van in Nederland gewezen en te wijzen vonnis. Voorzieningenrechter rechtbank Den Haag relatief bevoegd: vorderingen vallen binnen exclusieve bevoegdheid rechtbank Den Haag ex artikel 80 lid 2 jo. 70 ROW nu vorderingen ertoe strekken dat voorwaarde wordt verbonden aan handhaving octrooirechten. Zekerheid voor proceskosten Digital Revolution afgewezen: artikel 224 Rv niet van toepassing. Zekerheid voor proceskostenveroordeling afgewezen: belang bij zekerheid in de zin van artikel 483 lid 2 Rv weegt onvoldoende zwaar. Zekerheid voor executieschade afgewezen: belang bij zekerheid in de zin van artikel 483 lid 2 Rv weegt onvoldoende zwaar nu onvoldoende aannemelijk is dat S-Printing geen verhaal biedt, risico als gevolg van omstandigheid dat dat S-Printing transportvehikel in overdracht octrooiportefeuille van Samsung naar HP voldoende ondervangen door verklaring waarin HP aansprakelijkheid heeft aanvaard. Proceskosten ex indicatietarief voor normaal kort beding begroot op € 15.000: geen sprake van (technische) discussie over geldigheid van of inbreuk op octrooi.

 

IPR - HANDHAVING 

 

Kort geding. De onderhavige procedure ziet op gevorderde zekerheidstelling voor tenuitvoerlegging door het Zuid-Koreaanse S-Printing van een in Nederland  gewezen en te wijzen Nederlands vonnis. Digital Revolution stelt dat na het eerste vonnis en nadat in de tweede procedure een datum voor vonnis is bepaald, is gebleken dat S-Printing stelt dat zij de (proces)positie van Samsung inneemt en bevoegd is om het eerste vonnis te executeren. Op grond van artikel 224 Rv, alsmede (naar analogie) op grond van de artikelen 233 lid 3, 235 en 438 lid 2 Rv, dient S-Printing daarom zekerheid te stellen voor de proceskosten en de (mogelijke) schade als gevolg van onrechtmatige executie. S-Printing is gevestigd buiten Nederland en het is redelijkerwijs niet aannemelijk dat verhaal op S-Printing in Nederland mogelijk zal zijn, nu S-Printing fungeert als een transportvehikel voor de overname van de printerdivisie van Samsung door HP, zo stelt Digital Revolution.

 

De voorzieningenrechter oordeelt inzake de bevoegdheid dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 24 sub 5 Brussel I bis-Verordening (dat bepaalt dat voor de tenuitvoerlegging van beslissingen de gerechten van de lidstaat van de plaats van de tenuitvoerlegging bij uitsluiting bevoegd zijn)  internationaal bevoegd is.  De voorzieningenrechter acht zich bovendien relatief bevoegd nu de vorderingen vallen binnen de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank Den Haag in de zin van artikel 80 lid 2 jo. 70 ROW nu de vorderingen ertoe strekken dat een voorwaarde wordt verbonden aan handhaving octrooirechten.

 

De gevorderde zekerheid wordt echter afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat deze niet kan worden gegrond op artikel 224 of 438 lid 2 Rv wegens het ontbreken van voldoende belang hierbij. Volgens de voorzieningenrechter is onvoldoende aannemelijk dat S-Printing geen verhaal biedt, en is het gestelde risico als gevolg van de omstandigheid dat S-Printing slechts wordt gebruikt als transportvehikel bij de overdracht de octrooiportefeuille van Samsung naar HP voldoende ondervangen door een verklaring waarin HP aansprakelijkheid heeft aanvaard.

 

IEPT20180703, Rb Den Haag, Digital Revolution v S-Printing

 

ECLI:NL:RBDHA:2018:7861