Hoofdzaak over gestelde inbreuk op Napoleon merken in zijn geheel verwezen naar rechtbank Den Haag

19-09-2018 Print this page
IEPT20180822, Rb Rotterdam, Inter-Noba v GSI

Rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van hoofdzaak en verwijst deze in zijn geheel naar de rechtbank Den Haag: voor zover vordering in hoofdzaak ziet op (beweerdelijke) inbreuk op Uniemerken is rechtbank Den Haag exclusief bevoegd, wegens verknochtheid worden ook overige vorderingen verwezen.

 

MERKENRECHT - BEVOEGDHEID

 

Vonnis in incident. Na het sluiten van een intentieovereenkomst en vooruitlopen op een overname, zijn merkregistraties voor het Napoleon snoepmerk verricht op naam van de dochtervennootschap van GSI. Het gaat om drie Beneluxmerken en drie internationale merkregistraties met gelding voor de Europese Unie. De registraties zijn later overgedragen aan GSI. De overname is uiteindelijk echter niet doorgegaan. Volgens eiser Inter-Noba weigert GSI echter de merkinschrijvingen over te dragen dan wel door te halen.

 

De rechtbank Rotterdam verklaart zich in incident echter onbevoegd om van de hoofdzaak kennis te nemen. De rechtbank overweegt dat in de hoofdzaak onder meer een gebod tot staking van elke inbreuk op de Napoleon merken is gevorderd. Voor zover de vordering ziet op de (beweerdelijke) inbreuk op Uniemerken, is de rechtbank Den Haag exclusief bevoegd.  Nu de rechtbank van oordeel is dat de ingestelde vorderingen verknocht zijn en dat het om proceseconomische redenen, alsmede om redenen van eenheid van rechtspraak, van belang is dat een en dezelfde rechter over de vorderingen oordeelt, wordt de zaak in zijn geheel verwezen naar de rechtbank Den Haag.

 

IEPT20180822, Rb Rotterdam, Inter-Noba v GSI

 

ECLI:NL:RBROT:2018:7494