Verwarringsgevaar tussen woordmerk/handelsnaam “LAWFOX” en “LawFort”

01-10-2018 Print this page
IEPT20180928, Rb Rotterdam, LAWFOX v Lawfort
(Met dank aan Sjors van der Hoeven, Kompas Advocatuur)

Verwarringsgevaar tussen Benelux-woordmerk “LAWFOX” en tekens “LawFort”, “Lawfort Juristen” en “Lawfort B.V.”: sterke visuele overeenstemming doordat eerste vijf letters het zelfde zijn, sterke auditieve overeenstemming doordat grootste deel merk en teken identiek is, geen hoge begripsmatige overeenstemming door overeenstemming eerste gedeelte “LAW”, maar niet overeenstemmend tweede gedeelte, soortgelijke diensten, namelijk juridische dienstverlening aan ondernemers en ondernemingen, dienstverlening LawFort valt onder diensten waarvoor woordmerk is ingeschreven. Verwarringsgevaar tussen handelsnaam “LAWFOX” en   handelsnamen “LawFort”, “Lawfort Juristen” en “Lawfort B.V.”: slechts geringe afwijking, soortgelijke diensten en landelijk actief.

 

MERKENRECHT - HANDELSNAAMRECHT

 

Kort geding. WoDam is houdster van het Benelux-woordmerk “LAWFOX”, dat is gedeponeerd op 21 januari 2014 en op 31 maart 2014 is ingeschreven. Op 31 januari 2014 hebben LAWFOX en WoDam een overeenkomst gesloten, waarmee LAWFOX haar IE-rechten, waaronder haar merkenrechten en handelsnaamrechten aan WoDam heeft gedragen en WoDam aan LAWFOX een niet-exclusieve licentie tot exploitatie en handhaving van de IE-rechten heeft verleend. LAWFOX is ook zelf bevoegd op te treden tegen schending van de IE-rechten.   Lawfort is op 7 november opgericht en treedt naar buiten onder de handelsnamen “LawFort”, “LawFort B.V.” en “LawFort Juristen”. WODam c.s. stelt dat sprake is van inbreuk op haar merkenrecht en handelsnaamrecht.

 

De voorzieningenrechter oordeelt dat sprake is van verwarringsgevaar tussen merk en teken. De voorzieningenrechter overweegt dat nu de eerste vijf letters van beide tekens dezelfde zijn (“LAWFO”), sprake is van een visuele hoge mate van overeenstemming. Er is ook sprake van sterke auditieve overeenstemming, doordat de uitspraak van het grootste gedeelte van het woordmerk en het teken identiek is. Begripsmatig is de overeenstemming niet hoog, omdat beide tekens beginnen met “LAW”, hetgeen impliceert dat de ondernemingen zich bezig houden met juridische dienstverlening, maar het tweede gedeelte een andere betekenis heeft en niet overeenstemt. De dienstverlening van LAWFOX en LawFort wordt als soortgelijk aangemerkt, aangezien beide bedrijven juridische dienstverlening aan ondernemers en ondernemingen verlenen. Hoewel het aandachtsgebied verschilt neemt dat niet weg dat LAWFOX en LawFort in ieder geval deels in elkaars vaarwater zitten. De dienstverlening van LawFort valt ook onder dezelfde diensten waarvoor het woordmerk is ingeschreven, klasse 35 en 45. Daarnaast is van bealng dat LawFort ook naar buiten treedt met het achtervoegsel “Juristen”.

 

Er is ook sprake van inbreuk op de handelsnaam van LAWFOX. Het staat vast dat LAWFOX oudere rechten heeft en uit de overwegingen omtrent het merkenrecht volgt dat het woord “LawFort” slechts in geringe mate afwijkt van “LAWFOX: , dat de ondernemingen soortgelijke diensten verrichten en dat zij beide landelijk actief zijn. Hierdoor is voldoende aannemelijk dat bij het publiek verwarring tussen beide ondernemingen te duchten valt.

 

IEPT20180928, Rb Rotterdam, LAWFOX v Lawfort

 

ECLI:NL:RBROT:2018:8067