Nederlandse rechter niet bevoegd inzake vordering tot opheffing schorsing octrooiverleningsprocedure

18-10-2018 Print this page
IEPT20181009, Hof Den Haag, Ono v Pfizer

Duitse rechter niet op grond van litispendentieregeling Protocol inzake erkenning bevoegd inzake vordering tot opheffing schorsing octrooiverleningsprocedure:  litispendentieregeling niet van toepassing nu doel vordering niet het zelfde is als doel van vordering in Duitse procedure tot verkrijging mede-eigendom octrooiaanvrage. Nederlandse rechter niet bevoegd inzake vordering tot opheffing schorsing octrooiverleningsprocedure: procedure Europees Octrooibureau met voldoende waarborgen omkleed, Nederlandse rechter wordt gevraagd op de stoel van het EOB te gaan zitten en EOB buiten spel te zetten,  sprake van ontoelaatbare doorkruising van het (systeem van het) EOV en daarin besloten bevoegdheidstoedeling. Ten overvloede: Nederlandse rechter ook niet als forum delicti (artikel 6 sub e Rv) bevoegd: verweten onrechtmatige handelingen hebben schadelijke inwerking op octrooiaanvrage, welke moet worden gesitueerd bij het EOB, dat is gevestigd in München, Duitsland. Proceskosten volgens liquidatietarief: nu op verleningsprocedure Handhavingsrichtlijn niet van toepassing is niet in te zien waarom in onderhavige spin-off procedure wel artikel 1019h Rv van toepassing zou zijn.

 

IPRPROCESRECHT

 

Hoger beroep tegen het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag van 27 februari 2018 (IEPT20180227), waarin de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaarde inzake de gevorderde opheffing van de schorsing van de octrooiverleningsprocedure inzake octrooiaanvrage EP A 006. Het hof Den Haag bekrachtigt het vonnis.

 

Het hof Den Haag is van oordeel dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is met betrekking tot de onderhavige vorderingen. De procedure bij het Europees Octrooibureau is met voldoende waarborgen omkleed en de Nederlandse rechter wordt gevraagd op de stoel van het EOB te gaan zitten en het EOB buiten spel te zetten. Voorts is sprake van een ontoelaatbare doorkruising van het (systeem van het) EOV en de daarin besloten bevoegdheidstoedeling. Ten overvloede wordt overwogen dat de Nederlandse rechter ook niet op grond van artikel 6 sub e Rv bevoegd is (forum delicti), aangezien de  verweten onrechtmatige handelingen schadelijke inwerking hebben op de octrooiaanvrage en deze bij het EOB dat gevestigd is in München in Duitsland moet worden gesitueerd. De proceskosten in eerste aanleg zijn naar het oordeel van het hof terecht niet volgens artikel 1019h Rv begroot, omdat op de verleningsprocedure de Hanhavingsrichtlijn niet van toepassing is en daarom niet is in te zien waarom in de onderhavige spin-off procedure artikel 1019h Rv wel van toepassing zou zijn.

 

IEPT20181009, Hof Den Haag, Ono v Pfizer

 

ECLI:NL:GHDHA:2018:2606