Geen verwarringsgevaar tussen het aangevraagde Uniebeeldmerk ‘NorthSeaGrid’ en oudere merken ‘nationalgrid’

28-09-2018 Print this page
IEPT20189827, GEU, TenneT v EUIPO
(Met dank aan Selmer Bergsma en Koen Limperg, De Brauw Blackstone Westbroek)

Merkenrecht. De Nederlandse energienetbeheerder TenneT wenst het beeldmerk met tekst ‘NorthSeaGrid’ (zie afbeelding links) in te schrijven als Uniemerk in klasse 4 (elektrische energie), 35 (o.a. administratief beheer van elektriciteitsnetwerken), 37 (bouw en reparatie van elektriciteitsnetwerken), 38 (telecommunicatiediensten, specifiek met betrekking tot elektriciteitsnetwerken) en 39 (o.a. elektriciteitstransport) . Ngrid, een Engelse netbeheerder, en houder van (onder andere) nationale en Uniewoord- en beeldmerken met de tekst ‘nationalgrid’ (zie afbeelding rechts) heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van ‘NorthSeaGrid’. Deze oppositie werd door de Kamer van Beroep voor het grootste deel toegewezen.

 

Het beroep slaagt. Het Gerecht onderzoekt of de Kamer van Beroep terecht verwarringsgevaar heeft vastgesteld tussen de oudere merken van Ngrid en het beeldmerk van TenneT. Daartoe wordt allereerst vastgesteld dat het relevante publiek bestaat uit het algemeen publiek, omdat geen van de klassen in geding exclusief bedoeld zijn voor professionals. Gezien de aard van de producten is het aandachtsniveau iets hoger dan gemiddeld. De tekst ‘northseagrid’ is voor het relevante Engelstalige publiek van beschrijvende aard, waarbij geen van de twee elementen een hogere onderscheidende waarde heeft. Voor het niet-Engelstalige publiek zullen de elementen ‘northsea’ en ‘grid’, waarvan bij het laatste woord overigens wordt geoordeeld dat dit publiek niet geacht wordt de betekenis van ‘grid’ te kennen, op gelijke wijze van normaal onderscheidend niveau zijn. In conclusie is hierbij geen van de elementen, voor zowel het Engelstalige en niet-Engelstalige publiek, van dominante of verwaarloosbare aard. In de oudere merken wordt de algehele indruk van het merk niet overheerst door ‘national’ danwel ‘grid’. Ook is geen van deze elementen verwaarloosbaar.

 

Dat laatste is van belang bij de vaststelling dat de merken in visueel opzicht niet volledig van elkaar verschillen, maar in lage mate overeenstemmen. Hoewel er veel verschillen zijn te benoemen in de merken van beide partijen, bevatten beide merken de beginletter ‘n’ en het element ‘grid’ op het einde, waarvan werd vastgesteld dat het geen verwaarloosbaar element is. Bij de beoordeling van de autitieve overeenstemming word overwogen dat het element ‘grid’ in beide tekens het zelfde wordt uitgesproken. De beginletter ‘n’ wordt in de auditieve beoordeling ook genoemd, maar ook dat de ander letters van het eerste deel van de tekens heel anders klinken. Het Gerecht concludeert dat de tekens auditief in lage mate overeenstemmen. Bij de conceptuele vergelijking wordt overwogen dat de woorden uit de merken voor het Engelstalige publiek slechts in lage mate overeenstemmen omdat bij allebei sprake is van een netwerk, maar de verschillende woorden een conceptueel onderscheid geven. Bij het niet-Engelstalige publiek worden door de woorden ‘national’ en ‘northsea’ verschillende concepten geduid en is het woord ‘grid’ van geen betekenis, waardoor geen conceptuele overeenstemming kan worden vastgesteld.

 

Bij het Engelstalige publiek, welk een hoger dan gemiddeld aandachtsniveau heeft, is geen sprake van verwarringsgevaar omdat de vastgestelde overeenstemmingen daarvoor niet voldoende zijn. De verschillen tussen de merken maken het voor het niet-Engelstalige publiek, dat een hoog aandachtsniveau heeft en de tijd neemt om het merk te onderzoeken, mogelijk om het bestaan van verwarringsgevaar uit te sluiten.

 

"148. The mark applied for can be distinguished from the earlier marks by the presence of the element ‘northsea’, which is highlighted in that mark. In addition, unlike the element ‘national’ in the earlier marks, the element ‘northsea’ has a normal distinctive character and a meaning which will be perceived and kept in mind by the non-English-speaking public. [...] Moreover, the figurative element of the mark applied for, which has an inherent distinctive character, reinforces the differences between the signs at issue. Thus, the differences observed between the mark applied for and the earlier marks, particularly as regards their respective initial parts, counteract the presence of the common element ‘grid’ which is at the end of their word element and is shorter than the first parts. Therefore, in the mark applied for, the word element ‘northseagrid’ will be remembered by the relevant public while, in the earlier marks, it is the element ‘grid’ which will be remembered."

 

T-70/17 – ECLI:EU:T:2018:195