Niet aannemelijk dat Varrotec geheime bedrijfsinformatie Arkema gebruikt

10-04-2019 Print this page
IEPT20190118, Rb Oost-Brabant, Arkema v Varrotec

Varrotec niet gebonden aan overeenkomsten tussen Arkema en (failliete) Moors waarin non-concurrentiebedingen en geheimhoudingsbedingen zijn opgenomen:  overname van aantal activa Moors onvoldoende om aan te nemen dat Varrotec aan overeenkomsten is gebonden, dat indirecte bestuurder Varrotec adjunct-directeur van Moors was onvoldoende om aan te nemen dat hij wetenschap moet hebben gehad van de inhoud van de overeenkomsten en gebonden is aan geheimhoudings- en non-concurrentiebepalingen. Wet bescherming bedrijfsgeheimen mist toepassing aangezien relevante feiten zich voor inwerkingtreding hebben voorgedaan. Onvoldoende onderbouwd dat Varrotec geheime bedrijfsinformatie van Arkema gebruikt: aannemelijk dat alle aan Arkema toebehorende eigendommen en gegevens na faillietverklaring Moors aan Arkema zijn geretourneerd dan wel zijn vernietigd. Geen reden om aan te nemen dat Varrotec stelselmatig klanten Arkema heeft benaderd: aannemelijk dat klanten zijn benaderd na een zoekactie via Google. Varrotec heeft onrechtmatig gehandeld door zich als hofleverancier van Arkema te profileren, terwijl dat niet het geval is.

 

OVEREENKOMSTENBEDRIJFSGEHEIMEN - ONRECHTMATIGE DAAD

 

Kort geding. Arkema is actief in ‘glass coating’, een nichemarkt binnen de chemische industrie. Zij biedt haar klanten technische ondersteuning, chemische producten en apparatuur aan voor het aanbrengen van dunne chemische beschermlagen (coatings) op glas, waardoor het glas langer mee gaat. In mei en juni 2013 heeft Arkema twee overeenkomsten gesloten met de vennootschap Moors Mills B.V. dat thans failliet is. De overeenkomsten bevatten concurrentiebedingen en geheimhoudingsbedingen. De activiteiten van Moors zijn overgedragen aan de onderneming MRS waarop MRS het deel van de activiteiten dat ziet op fabricage en assemblage heeft overgedragen aan VarroTec. Arkema stelt onder meer dat Varrotec de non-concurrentiebedingen en geheimhoudingsbedingen schendt, dat zij gebruik maakt van know how en bedrijfsinformatie van Arkema en dat zij zich richting potentiële klanten ten onrechte voor als partner dan wel als (hof)leverancier voor Arkema voordoet.

 

De voorzieningenrechter oordeelt dat Varrotec niet gebonden is aan de overeenkomsten tussen Arkema en Moors. De overname van een aantal activa van Moors zijn hirvoor onvoldoende. Ook is het feit dat de  indirecte bestuurder van Varrotec adjunct-directeur van Moors was onvoldoende om aan te nemen dat hij wetenschap moet hebben gehad van de inhoud van de overeenkomsten en gebonden is aan geheimhoudings- en non-concurrentiebepalingen.

 

Deze zaak ziet op feiten van voor 23 oktober 2018, waardoor de Wet bescherming bedrijfsgeheimen niet van toepassing is. De voorzieningenrechter oordeelt dat onvoldoende onderbouwd is dat Varrotec (niet nader bepaalde) geheime bedrijfsinformatie van Arkema tot haar beschikking heeft, aangezien de voorzieningenrechter de stelling van Varrotec volgt dat alle aan Arkema toebehorende eigendommen en gegevens na de faillietverklaring van Moors aan Arkema zijn geretourneerd dan wel vernietigd.. Verder wordt geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat Varrotec stelselmatig klanten Arkema heeft benaderd. Het is aannemelijk dat de klanten zijn benaderd na een zoekactie via Google. De voorzieningenrechter oordeelt wel dat Varrotec onrechtmatig heeft gehandeld door zich als hofleverancier van Arkema te profileren, terwijl dat niet het geval is.

 

IEPT20190118, Rb Oost-Brabant, Arkema v Varrotec

 

ECLI:NL:RBOBR:2019:251