Serieuze, niet te verwaarlozen kans dat octrooi voor bag-in-containers in bodemprocedure voor ongeldig wordt gehouden

11-04-2019 Print this page
IEPT20190201, Rb Den Haag, ABI v Heineken

Afgifte – behalve voor zover die ziet op in beslag genomen monsters van bag-in-containers – afgewezen: bedrijfsgeheimen Heineken van aanzienlijke waarde in het geding waar ABI een wankel octrooi met een wankele inbreukinterpretatie tegenover stelt en waarbij zij niet voortvarend te werk is gegaan. Gerede kans dat bodemrechter zal oordelen dat door ABI genoemde additieven in de Brewlock dan wel de Blade van Heineken geen additieven zijn in de zin van conclusie 1 EP 486: niet onderbouwd dat additieven ervoor zorgen dat binnen- en buitenwand gelijktijdig hun respectievelijke blaastemperatuur bereiken, Heineken past naar voorlopig oordeel eerder een mechanische/fysische manier toe om probleem op te lossen dan de geoctrooieerde chemische manier. Serieuze, niet te verwaarlozen kans dat EP 486 in bodemprocedure voor ongeldig wordt gehouden: uit Keisuke is onbestreden een meerlaagse preform voor gezamenlijke opwarming en blaasvorming van een bag-in-container af te leiden, algemene vakkennis om aan de binnenlaag een hitte-absorberend additief toe te voegen zodat deze tegelijk met de buitenlaag te blazen is. Exhibitie heeft voorshands geen haast meer: ABI sinds medio 2014 met gestelde inbreukmakende Brewlocks bekend en heeft in 2015 onderzoek aan die fusten laten doen. Dat ABI niet op de hoogte was van waar fusten geproduceerd werden onvoldoende: locatie bleek uit YouTube-video Heineken waarmee ABI bekend moest zijn, wetenschap van locatie niet vereist voor starten inbreukprocedure, aangezien conclusie 17 ziet op (gevulde) geblazen fusten. Inzage ten aanzien van bag-in-containers toegewezen: niet door Heineken gesteld dat daarmee bedrijfsgeheimen zijn gemoeid, terwijl ABI belang aannemelijk heeft gemaakt omdat zij containers kan testen op additieven.

 

OCTROOIRECHTEXHIBITIEBEDRIJFSGEHEIMEN

 

Kort geding. ABI is de moedermaatschappij van het Anheuser-Busch InBev concern. ABI is houdster van - onder andere - Europees octrooi EP 2 152 486 B1 voor een “integrally blow-moulded bag-in-container comprising an inner layer and an outer layer comprising energy absorbing additives, preform for making it, process for producing it and use”. Heineken brengt sinds 2014 het zogenaamde Brewlock-systeem op de markt en sinds 2018 Blade-fusten. ABI heeft na een eerste verzoek van 28 maart 2018, een nieuw (gewijzigd) verzoekschrift van 6 april 2018 ingediend tot het leggen van bewijsbeslag, het nemen van monsters en het maken van een gedetailleerde beschrijving onder Heineken. Dit verzoek is toegewezen en het bewijsbeslag is op 1 mei 2018 aangevangen en op 25 mei 2018 afgerond. ABI vordert nu afgifte van de in beslag genomen bescheiden.

 

De voorzieningenrechter wijst de afgifte af, behalve voor zover het ziet op in beslag genomen monsters van zogenaamde bag-in-containers. Er is namelijk sprake van bedrijfsgeheimen van Heineken van aanzienlijke waarde, waar ABI een wankel octrooi met een wankele inbreukinterpretatie tegenover zet, terwijl ABI ook niet voortvarend te werk is gegaan. Naar voorshands oordeel van de voorzieningenrechter is er een gerede kans dat de bodemrechter zal oordelen dat door ABI genoemde additieven in de Brewlock dan wel de Blade van Heineken geen additieven zijn in de zin van conclusie 1 EP 486. Daarnaast is er volgens de voorzieningenrechter sprake van een serieuze, niet te verwaarlozen kans dat EP 486 in bodemprocedure voor ongeldig wordt gehouden.

 

Ook wordt overwogen dat de exhibitie voorshands geen haast meer heeft, aangezien ABI sinds 2014 met de gestelde inbreukmakende Brewlocks bekend is en in 2015 onderzoek aan die fusten heeft laten doen. Dat ABI niet op de hoogte was van waar de fusten geproduceerd werden is hiervoor onvoldoende. Zo wordt overwogen dat de locatie bleek uit een Youtube-video van Heineken, waarmee ABI bekend moest zijn en dat de wetenschap van de locatie niet vereist was voor het starten van een inbreukprocedure, aangezien conclusie 17 ziet op (gevulde) geblazen fusten.

 

IEPT20190201, Rb Den Haag, ABI v Heineken

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:853