Beroep op rechtsverwerking ten aanzien van handelsnaaminbreuk slaagt

21-01-2020 Print this page
IEPT20190212, Hof Den Haag, CCC v MTA

Geen merkinbreuk op MEERING door gebruik “J. Meering” in handelsnaam: beroep op ouder recht van plaatselijke betekenis (2.23 (2) BVIE) slaagt, nu CCC voor 15 januari 2008 vanaf 2006 personenvervoer heeft verzorgd met touringcars waarop op de achterzijde de naam W. Meering was vermeld, met daaronder/daarna www.almere-tours.nl. Geïntimeerde heeft oudere handelsnaamrechten op “Meering”. Handelsnaamrechten geïntimeerde dateren van 1975: gebruik van eventuele oudere handelsnaamrechten van Beja Tours niet overgegaan op geïntimeerde. Handelsnaamrechten CCC dateren van 1991: geen akte van overdracht handelsnaamrechten door Amersfoort’s Bloei BV 1977 (voortzetting Amersfoort’s Bloei 1968) aan VOF Amersfoort’s Bloei 1991/CCC is overgelegd, toestemming rechtsopvolger Amersfoort’s Bloei BV 1977 aan VOF Amersfoort’s Bloei 1991/CCC brengt niet mee dat eigen handelsnaamrechten dateren van voor 1991. Gebruik handelsnaam J. Meering door CCC leidt tot verwarringsgevaar met handelsnamen Meering Touringcars en Meering Touringcars Amsterdam: in al die namen is Meering onderscheidend bestanddeel, terwijl partijen dezelfde activiteiten deels in hetzelfde gebied vanuit nabijgelegen bedrijven verrichten. Beroep CCC op rechtsverwerking slaagt: gebruik Meering handelsnamen door geïntimeerde in periode 1977 – 1997 gedoogd, CCC mocht er redelijkerwijs vanuit gaan dat geïntimeerde sinds 2007 heeft gedoogd dat CCC (weer) personenvervoer verzorgde in touringcars onder handelsnaam Meering, Amersfoort’s Bloei-entiteiten en [geïntimeerde] hebben gedurende ongeveer 20 jaar samengewerkt, oorsprong naam Meering als (onderdeel) handelsnaam gelegen bij bedrijf van gezamenlijke grootvader van partijen, gebruik aanduiding Meering voor personenvervoer ten minste 14 jaar lang gedoogd. Zelfs als moet worden aangenomen dat geïntimeerde niet vanaf 2007 wist dat CCC Meering-handelsnamen op touringcars gebruikte en onwetendheid niet aan haar te wijten was sprake van rechtsverwerking: overige omstandigheden voldoende voor rechtsverwerking.

 

MERKENRECHT - HANDELSNAAMRECHT - PROCESRECHT 

 

Hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 10 mei 2017 (IEPT20170510), waarin werd geoordeeld dat de familienaam J. Meering voor touringcars inbreuk maakt op de merkrechten en handelsnaam Meering voor dezelfde diensten. Het vonnis wordt vernietigd.

 

Het hof oordeelt dat geen sprake is van merkinbreuk door het gebruik van J. Meering in de handelsnaam van CCC. Het beroep op een ouder recht van plaatselijke betekenis door CCC slaagt, nu CCC voor 15 januari 2008 vanaf 2006 personenvervoer heeft verzorgd met touringcars waarop op de achterzijde de naam W. Meering was vermeld, met daaronder/daarna www.almere-tours.nl.

 

Ten aanzien van de gestelde handelsnaaminbreuk wordt geoordeeld dat de handelsnaamrechten van geïntimeerde ouder zijn en dateren van 1975. De handelsnaamrechten van CCC dateren van 1991. Tussen de handelsnamen van partijen is verwarringsgevaar, omdat Meering het onderscheidende bestanddeel is en partijen dezelfde activiteiten in deels het zelfde gebied vanuit nabijgelegen bedrijven verrichten. Het beroep van CCC op rechtsverwerking slaagt echter, waardoor de vorderingen alsnog worden afgewezen. Zo wordt overwogen dat het gebruik van de Meering handelsnamen door geïntimeerde in de periode 1977 – 1997 wordt gedoogd, dat CCC er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat geïntimeerde het gebruik sinds 2007 heeft gedoogd en dat de voorgangers van CCC en geïntimeerde 20 jaar hebben samengewerkt. Ook wordt overwogen dat de oorsprong van de naam Meering als (onderdeel van een) handelsnaam gelegen is bij het bedrijf van de gezamenlijke grootvader van partijen en wordt overwogen dat het gebruik van de aanduiding Meering voor personenvervoer ten minste 14 jaar is gedoogd.

 

IEPT20190212, Hof Den Haag, CCC v MTA

 

ECLI:NL:GHDHA:2019:1530