Voorshands vermoeden van inbreuk op bedrijfsgeheimen ATSSE

06-06-2019 Print this page
IEPT20190227, Rb Den Haag, ATSSE v eOx

ATSSE-mengverhoudingen zijn bedrijfsgeheim: ATSSE-mengverhoudingen zijn geheim en met contractuele geheimhoudingsverplichting die wordt gehandhaafd zijn redelijke maatregelen genomen om mengverhoudingen geheim te houden, mengverhouding heeft handelswaarde, nu sprake is van markt voor chloordioxideproducten die worden gemaakt met mengverhoudingen en sprake van unieke eigenschappen ATSSE mengverhoudingen. Periode vóór inwerkingtreding Wbb op 23 oktober 2018 beoordeeld aan de hand van artikel 6:162 BW, uitgelegd overeenkomstig artikel 39 TRIPS en periode na inwerkingtreding beoordeeld volgens bepalingen Wbb. ATSSE kan contractueel verbod voor productie en vermarkting van soortgelijke chloordioxide producten niet tegenwerpen aan eOx cs, aangezien verbod alleen geld tussen ATSSE en eOx Productie. Voorshands oordeel dat eOx International de ATSSE-mengverhouding heeft gebruikt bij productie eOxide LQ (0,75%) en/of een opvolgend/ander chloordioxidepoduct. eOx International krijgt gelegenheid bewijsvermoeden te ontkrachten met tegenbewijs en er worden twee deskundigen benoemd.

 

BEDRIJFSGEHEIMEN

 

ATSSE heeft mengverhoudingen ontwikkeld voor een chloordioxide (CLO2) dat in water wordt gegenereerd door een reactie van twee stabiele vloeistoffen. ATSSE heeft deze mengverhoudingen gebruikt voor de door haar ontwikkelde chloordioxideproducten DIOXID S 0.45% en DIOXID SP 0.75% (hierna: “de ATSSE-mengverhoudingen”). ATSSE heeft op 1 december 2008 een overeenkomst gesloten met eOx Productie B.V., op grond waarvan ATSSE het recht om tegen betaling van commissie DIOXID S 0.45% in eigen naam te produceren en vermarkten in de landen van de Europese Unie. Op 24 mei 2009 is de overeenkomst met eOx Productie uitgebreid naar DIOXID SP 0.75%. ATSSE heeft de ATSSE-mengverhouding verstrekt aan eOx Productie B.V.. In 2009 is tussen ATSSE en eOx Productie een geschil ontstaan inzake schending van de overeengekomen geheimhoudingsbepaling, dat ertoe heeft geleid dat de overeenkomst op 28 december 2009 is geëindigd. In een Belgische procedure is in 2011 vastgesteld dat eOx Productie in strijd met haar geheimhoudingsverplichting heeft gehandeld. In 2011 zijn ook alle activa en passiva van eOx Producties, met uitzondering van de vordering van ATSSE overgedragen aan eOx International. Op 27 oktober 2015 is eOx Producties op eigen aanvraag in staat van faillissement verklaard.  eOx International brengt het product Eoxide op de markt, waarbij volgens ATSSE gebruik wordt gemaakt van de informatie die ATSSE eerder aan eOx Producties had verstrekt. ATSSE vordert nu onder meer een inbreukverbod inzake het gebruik van de formule.

 

De rechtbank is van oordeel dat de ATSSE-mengverhoudingen een bedrijfsgeheim zijn, aangezien is voldaan aan de voorwaarden daarvoor: dat zij geheim zijn, dat redelijke maatregelen zijn gehouden om de mengverhoudingen geheim te houden – hier door een contractuele geheimhoudingsverplichting die wordt gehandhaafd – en dat de mengverhoudingen handelswaarde hebben. Er is namelijk een  markt voor chloordioxideproducten die worden gemaakt met mengverhoudingen en het is niet betwist dat de ATSSE-mengverhoudingen unieke eigenschappen bezitten. Vervolgens wordt overwogen dat de periode vóór in werkingtreding van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen (Wbb) op 23 oktober 2018 beoordeeld moet worden aan de hand van artikel 6:162 BW, uitgelegd overeenkomstig artikel 39 TRIPS en de periode na de inwerkingtreding van de Wbb volgens de bepalingen van de Wbb.

 

ATSSE kan het contractuele verbod voor productie en vermarkting van soortgelijke chloordioxide producten niet tegenwerpen aan eOx cs, aangezien het verbod alleen geld tussen ATSSE en eOx Productie. De rechtbank is voorshands van oordeel dat eOx International de ATSSE-mengverhouding heeft gebruikt bij de productie van eOxide LQ (0,75%) en/of een opvolgend/ander chloordioxidepoduct, zoals ATSSE stelt. Dit wordt echter niet als vaststaand aangenomen, gelet op het verweer van ATSSE dat zij de mengverhouding van [X] (heeft) gebruikt. eOx International krijgt de gelegenheid het bewijsvermoeden te ontkrachten met tegenbewijs en er worden twee deskundigen benoemd. Partijen mogen zich uitlaten over de personen van de te benoemen deskundigen.

 

IEPT20190227, Rb Den Haag, ATSSE v eOx

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:1924

 

 

Deze uitspraak wordt besproken in de volgende webinar:

IE-Update 1e kwartaal 2019