Teken bestaande uit tweedimensionale decoratieve patronen dat op waren zoals stof of papier is aangebracht bestaat niet “uitsluitend uit de vorm”

14-03-2019 Print this page
IEPT20190314, HvJEU, Textilis v Svenskt Tenn

Artikel 7(1)e)iii) UMeV (Vo 207/2009 zoals gewijzigd bij Vo 2015/2424) niet van toepassing op merken die vóór de inwerkingtreding van de wijziging van die verordening (23 maart 2016) zijn ingeschreven. Teken bestaande uit tweedimensionale decoratieve patronen dat op waren zoals stoffen of papier is aangebracht bestaat niet “uitsluitend uit de vorm” in de zin van artikel 7(1)e)iii) GMeV (Vo 207/2009 van vóór de wijziging bij Vo 2015/2524). Ofschoon het betrokken teken in het hoofdgeding vormen weergeeft die bestaan uit de externe omtrekken van tekeningen die op gestileerde wijze delen van geografische kaarten afbeelden, bevat dit teken – naast deze vormen – decoratieve bestanddelen die zich zowel binnen als buiten deze omtrekken bevinden. Dat teken tevens auteursrechtelijk beschermd is, is irrelevant voor vraag of het al dan niet uitsluitend bestaat uit een “vorm”.

 

MERKENRECHT

 

In deze zaak vraagt de verwijzende rechter zich af of een teken dat bestaat uit de tweedimensionale weergave van een tweedimensionale waar zoals een stof, als een vorm in de zin van artikel 7(1)e)iii) van Vo 207/2009 (toen het nog de Gemeenschapsmerkenverordening heette) kan worden beschouwd. Het desbetreffende merk ziet u hieronder. Aangezien het om een grote afbeelding gaat is de afbeelding verkleind. De afbeelding is klikbaar, zodat u ook het volledige formaat kunt zien. Ook wordt afgevraagd of de wijziging van dit artikel bij wijzigingsverordening 2015/2424, waarbij het artikel zo is aangepast dat niet alleen de tekens die uitsluitend bestaan uit “de vorm die” maar tevens uit “een ander kenmerk dat” een wezenlijke waarde aan de waar geeft een impact heeft op de met betrekking tot deze nietigheidsgrond te verrichten beoordeling. NB dit betreft allemaal een beoordeling van verordening 207/2009 en niet van de huidige Uniemerkenverordening 2017/1001.

 

 

Het HvJEU oordeelt dat artikel 7(1)e)iii) van de Uniemerkenverordening niet van toepassing is op merken die vóór de inwerkingtreding van de wijziging zijn ingeschreven. Voorts wordt geoordeeld dat een teken dat bestaat uit tweedimensionale decoratieve patronen die op waren zoals stoffen of papier is aangebracht niet uitsluitend bestaat uit de vorm, zoals bedoeld in artikel 7(1)e)iii) GMeV. Het Hof overweegt dat ofschoon het juist is dat het betrokken teken in het hoofdgeding vormen weergeeft die bestaan uit de externe omtrekken van tekeningen die op gestileerde wijze delen van geografische kaarten afbeelden, het immers een feit blijft dat dit teken – naast deze vormen – decoratieve bestanddelen bevat die zich zowel binnen als buiten deze omtrekken bevinden.

 

Het Hof beantwoordt de prejudiciële vragen als volgt:

 

1)  Artikel 7, lid 1, onder e), iii), van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het [Uniemerk], zoals gewijzigd bij verordening (EU) 2015/2424 van het Parlement en de Raad van 16 december 2015, moet aldus worden uitgelegd dat het niet van toepassing is op merken die vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 207/2009, zoals gewijzigd bij verordening 2015/2424, zijn ingeschreven.

 

2) Artikel 7, lid 1, onder e), iii), van verordening nr. 207/2009 moet aldus worden uitgelegd dat een teken als in het hoofdgeding, dat bestaat uit tweedimensionale decoratieve patronen en dat op waren zoals stoffen of papier is aangebracht, niet „uitsluitend bestaat uit de vorm” in de zin van die bepaling.

 

C‑21/18 - ECLI:EU:C:2019:199

 

Deze uitspraak wordt besproken in de volgende webinars:

IE-Update 1e kwartaal 2019

Merkenrecht 2019 Deel 1

2019-2021 Industriële vormgeving - design