Onvoldoende onderbouwd dat met gebruik merk in metatags sprake is van inbreuk

02-07-2019 Print this page
IEPT20190619, Rb Den Haag, Transocean v Eurotex

Passage “cease and desist from (…) any infringement of any of the trademarks owned by Transocean” uit vaststellingsovereenkomst ziet niet op nieuw of aangepast gebruik: partijen hadden met de vaststellingsovereenkomst voor ogen om de tussen hen – door de beëindiging van de lidmaatschapsovereenkomst – bestaande situatie af te wikkelen. Geen tekort schieten in nakoming vaststellingsovereenkomst nu met voortgezet gebruik van metatags geen ‘sub b’-inbreuk wordt gemaakt op de merkrechten van Transocean: nu metatags op de website zelf niet zichtbaar zijn, maar zijn verwerkt in de broncode van de website en kunnen worden gebruikt om de vindbaarheid daarvan te optimaliseren, kan niet zonder meer worden aangenomen dat het gebruik daarvan een van de functies van het merk aantast en/of door het gebruik van de metatags bij het publiek verwarring kan ontstaan.

 

VASTSTELLINGSOVEREENKOMST - MERKENRECHT

 

Eiser Transocean is een vereniging van producenten van scheepsverf met leden over de hele wereld. Transocean verleent (exclusieve) licenties aan haar leden voor het gebruik van merkrechten en knowhow. Eurotex heeft, met Transocean een ‘membership agreement’ gesloten voor het exclusieve gebruik van specifieke knowhow en merken van Transocean. Na het opzeggen van het lidmaatschap hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten. Transocean stelt dat Eurotex deze vaststellingsovereenkomst heeft geschonden.

 

In het kader van de reikwijdte van de vaststellingsovereenkomst overweegt de rechtbank dat de passage “cease and desist from (…) any infringement of any of the trademarks owned by Transocean” niet ziet op nieuw of aangepast gebruik. Partijen hadden naar het oordeel van de rechtbank met de vaststellingsovereenkomst voor ogen om de tussen hen - door de beëindiging van de lidmaatschapsovereenkomst - bestaande situatie af te wikkelen. De woorden zien volgens de rechtbank dus (enkel) op handelingen van Eurotex waarbij een ten opzichte van de situatie van voor de vaststellingsovereenkomst voortgezet gebruik van de intellectuele eigendomsrechten van Transocean aan de orde is.

 

De enige vraag die met de vorderingen daarom voorligt, is of Eurotex met het gebruik van de metatags inbreuk heeft gemaakt op de merkrechten van Transocean en daarmee tekort is geschoten in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst. Volgens transocean is sprake van inbreuk ‘sub b’. Volgens de rechtbank heeft zij dit onvoldoende onderbouwd. Nu metatags op de website zelf niet zichtbaar zijn, maar zijn verwerkt in de broncode van de website en kunnen worden gebruikt om de vindbaarheid daarvan te optimaliseren, kan naar het oordeel van de rechtbank niet zonder meer worden aangenomen dat het gebruik daarvan een van de functies van het merk aantast en/of door het gebruik van de metatags bij het publiek verwarring kan ontstaan.

 

IEPT20190619, Rb Den Haag, Transocean v Eurotex

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:6247