Vorderingen Supreme op grond van gestelde verkoop namaakkleding bij verstek toegewezen

26-11-2019 Print this page
IEPT20191016, Rb Den Haag, Supreme v Boom Town

Inbreuk- en nevenvorderingen Supreme op grond van gestelde verkoop namaakkleding bij verstek toegewezen: vorderingen komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Proceskosten ex artikel 1019h Rv begroot op € 10.000 in plaats van gevorderd bedrag van ruim € 56.000: zaak aangemerkt als een normaal kort geding ex indicatietarieven met een maximumtarief van € 15.000, slechts ten nadele van twee van de drie gedaagden proceskostenveroordeling uitgesproken nu niet wordt aangenomen dat de wel verschenen gedaagde bij gewraakte handelingen betrokken was.

 

MERKENRECHT - HANDELSNAAMRECHT - PROCESRECHT

 

Eiser Supreme verhandelt kleding en accessoires in het genre streetwear en stelt dat gedaagden inbreuk maken op haar merkenrecht en handelsnaamrecht door het verkopen van namaakkleding.

 

Boom Fashion en gedaagde sub 2 zijn niet verschenen, en jegens hen wordt verstek verleend. De inbreuk- en nevenvorderingen worden ten aanzien van deze gedaagden toegewezen, nu deze de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen.

 

Boom Fashion en gedaagde sub 2 worden veroordeeld in de proceskosten ex artikel 1019h Rv. Deze worden begroot op € 10.000 in plaats van het gevorderde bedrag van ruim € 56.000. De zaak is naar het oordeel van de voorzieningenrechter aan te merken als een normaal kort geding in de zin van de indicatietarieven met een maximumtarief van € 15.000. Nu slechts ten nadele van twee van de drie gedaagden een proceskostenveroordeling wordt uitgesproken, wordt slechts 2/3e daarvan toegewezen.

 

De Gelderse Stichting voor beheer en bewindvoering ter bescherming van meerderjarigen is, in haar hoedanigheid van de bewindvoerder over de goederen van gedaagde sub 3, namelijk wel verschenen. De vorderingen worden ten aanzien van deze gedaagde afgewezen nu aannemelijk is dat hij - hoewel hij als bestuurder van Boom Fashion staat geregistreerd - niet bij de gewraakte handelingen betrokken is geweest, maar is gebruikt als “katvanger”.

 

IEPT20191016, Rb Den Haag, Supreme v Boom Town

 

ECLI:NL:RBDHA:2019:11533