Rectificatie van door voormalig co-promotor verstuurde e-mails over co-auteurschap van artikelen promovenda terecht toegewezen

20-11-2019 Print this page
IEPT20191112, Hof Amsterdam, AMC
(Met dank aan Otto Volgenant, Boekx Advocaten)

Voorzieningenrechter heeft zich terecht bevoegd geacht om kennis te nemen van vorderingen in geschil over co-auteurschap op artikelen uit proefschrift promovenda: dat klacht was ingediend bij LOWI - het geëigende gremium om wetenschappelijke geschillen over co-auteurschap te beslechten - staat niet in de weg aan bevoegdheid voorzieningenrechter, geschil betrof spoedeisende kwestie, beoordeling ex tunc. Rectificatie van door voormalig co-promotor verstuurde e-mails aan vrijwel alle tijdschriften waaraan de promovenda de artikelen zou kunnen aanbieden terecht toegewezen: onrechtmatig gehandeld door in tenminste op een punt inhoudelijk onjuiste e-mails - waarin zij haar positie als veel sterker probeerde te presenteren dan zij in redelijkheid mocht aannemen dat deze was - te vragen om publicatie tegen te houden.Terecht gegriefd tegen toekomstig verbod op het doen van bepaalde uitingen over co-auteurschap: onvoldoende reden voor verbod van onbepaalde tijd.

 

BEVOEGDHEID - SPOEDEISEND BELANG - AUTEURSRECHT - ONRECHTMATIG HANDELEN

 

Hoger beroep tegen (IEPT20190321), waarin de voorzieningenrechter oordeelde dat een voormalig co-promotor van het Amsterdams Medisch Centrum e-mails waarin zij co-auteurschap claimt op artikelen uit het proefschrift van een promovenda over het eiwit-enzym Creatine Kinase, en tijdschriften verzoekt deze artikelen niet te publiceren,  moet rectificeren.

 

Het vonnis wordt grotendeels bekrachtigd. De voorzieningenrechter heeft zich volgens het hof terecht bevoegd geacht om kennis te nemen van de vorderingen. Dat een klacht was ingediend bij LOWI - het geëigende gremium om wetenschappelijke geschillen over co-auteurschap te beslechten - staat daar volgens het hof niet aan in de weg. De grondslag van de vorderingen was gelegen in (beweerdelijk) onrechtmatig handelen van de voormalig co-promotor. Tot het geven van een oordeel daarover is de burgerlijke rechter bevoegd. Bovendien was sprake van spoedeisend belang nu het geschil aan de promotie in de weg stond.

 

Volgens het hof is de rectificatie terecht toegewezen. Door in tenminste op een punt inhoudelijk onjuiste e-mails - waarin zij haar positie als veel sterker probeerde te presenteren dan zij in redelijkheid mocht aannemen dat deze was - aan vrijwel alle tijdschriften waaraan de promovenda de artikelen zou kunnen aanbieden, te vragen om publicatie tegen te houden heeft de voormalig co-promotor onrechtmatig gehandeld, zo oordeelt het hof.

 

Wel is volgens het hof terecht gegriefd tegen het verbod voor onbepaalde tijd op het doen van bepaalde uitingen over co-auteurschap. Dit omdat de voormalig co-promoter er een te respecteren belang bij heeft dat haar naam als co-auteur wordt vermeld, als zij daar daadwerkelijk - naar de in haar veld gebruikelijke normen - aanspraak op kan maken. Uit dat belang vloeit voort dat zij ook buiten de context van een procedure met derden over haar opvattingen ter zake kan en moet kunnen spreken.

 

IEPT20191112, Hof Amsterdam, AMC

 

ECLI:NL:GHAMS:2019:4091