Ex artikel 1019h gevorderde proceskostenvergoeding alsnog toegewezen nadat specificatie bij grieven is overgelegd

17-12-2019 Print this page
IEPT20191210, Hof Arnhem-Leeuwarden, Haerst v Lizard Apps

Proceskostenveroordeling uit eerste instantie begroot ex artikel 1019h Rv: dat voor toewijsbaarheid vordering weliswaar beslissend was of licentieovereenkomst kon worden opgezegd - een vraag uit het algemene verbintenissenrecht - doet er niet aan af dat de grondslag van de vordering handhaving van auteursrecht was. Gevorderde proceskosten van € 4.450 alsnog toegewezen nadat in eerste aanleg liquidatietarief was toegewezen wegens ontbreken uren- en kostenspecificatie: urenstaat en declaratie bij grieven alsnog overgelegd.

 

AUTEURSRECHT - PROCESKOSTEN 

 

Zie eerder (IEPT20171009). Het onderhavige hoger beroep gaat nog slechts over de proceskosten. Partijen twisten over de vraag of op de proceskostenveroordeling in eerste instantie artikel 1019h Rv  of artikel 237 e.v. Rv van toepassing is.

 

Het hof overweegt dat Lizard Apps aan haar vordering een inbreuk op het haar toekomende auteursrecht op de door Haerst gebruikte software ten grondslag heeft gelegd. Dat voor toewijsbaarheid van de vordering weliswaar beslissend was of de licentieovereenkomst tussen partijen kon worden opgezegd - een vraag uit het algemene verbintenissenrecht - doet er naar het oordeel van het hof niet aan af dat de grondslag van de vordering handhaving van auteursrecht was. Dat betekent dat de proceskostenveroordeling moet worden vastgesteld op grond van artikel 1019h Rv.   

 

Haerst vorderde in eerste aanleg “een fixed fee van € 6.000,00 zoals opgenomen in de indicatietarieven IE voor kort gedingen van eenvoudige aard”. Nu Haerst echter in het geheel geen uren- en kostenspecificatie in het geding heeft gebracht, kon de voorzieningenrechter niet vaststellen dat het bedrag van € 6.000,00 aan advocaatkosten redelijk en evenredig was zoals bedoeld in artikel 1019h Rv en werd het liquidatietarief toegewezen.

 

Haerst heeft bij grieven alsnog de urenstaat en declaratie van 22 september 2017 overgelegd. Daaruit blijkt dat haar advocaat tot de zitting 17 uur en 48 minuten heeft besteed tegen een uurtarief van € 250 exclusief BTW, tezamen € 4.450. Dat bedrag komt het hof redelijk voor en wordt alsnog toegewezen. Het hof veroordeelt Lizard Apps bovendien in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Haerst vastgesteld op € 726 voor verschotten en op € 1.138,50 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief.

 

IEPT20191210, Hof Arnhem-Leeuwarden, Haerst v Lizard Apps

 

ECLI:NL:GHARL:2019:10564