Cassatie Spirits/FKP: proceskostenveroordeling hof vernietigd

24-01-2020 Print this page
IEPT20200124, HR, Spirits v FKP

In het principale beroep kunnen de klachten niet tot vernietiging van dat arrest leiden (artikel 81(1) RO). Incidenteel beroep tot vernietiging van de proceskostenveroordeling van € 40.000 volgens indicatietarieven complexe zaak slaagt: gelet op complexiteit van de zaak, omvang processtukken in hoger beroep en niet bestreden kostenspecificaties kan bedrag van maximaal €  40.000 volgens de Indicatietarieven niet als ‘een significant en passend deel van de redelijke kosten’ van FKP in hoger beroep worden beschouwd. Hoge Raad wijst €  80.000 toe. Proceskostenveroordeling principale cassatieberoep 1,5x maximumtarief (€ 40.000) voor complexe zaak vermeerderd met bedragen voor dupliek en Borgersbrief (€ 5.000): € 65.000. Geen kostenveroordeling incidentele cassatieberoep: incidenteel beroep betreft enkel toe te wijzen proceskosten, hetgeen niet onder bereik artikel 1019h Rv valt, maar onder liquidatietarief, gelet op kostenveroordeling principale beroep geen aanleiding daarboven het bedrag van het liquidatietarief toe te wijzen.

 

MERKENRECHT - IE-HANDHAVING


Cassatie tegen IEPT20180109 waarin het volgende werd geoordeeld:

Geen uitvoerbaarheid bij voorraad van nietigverklaring en doorhaling merken: BBIE gaat niet over tot doorhaling totdat uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. Verwarringsgevaar tussen STOLI-merken Spirits en STOLICHNAYA-merk FKP: visuele overeenstemming door voorkomen “STOLI” in STOLICHNAYA-merk, auditieve overeenstemming omdat deel van Benelux publiek bij beide merken klemtoon op 1e lettergreep zal leggen, moderne uitstraling STOLI-merken en dat Spirits zich vooral richt op LHBT-gemeenschap doet hier niet aan af.

 

In het door Spirits ingestelde cassatieberoep kunnen de klachten niet tot vernietiging van het arrest leiden.

 

In het incidentele hoger beroep leidt middel 3 tot vernietiging van de proceskostenveroordeling van het hof. Het hof heeft aan salaris € 40.000,- toegewezen nadat FKP een kostenstaat had overgelegd die sloot op een bedrag van €178.707,91. De kostenopgave was niet door Spirits bestreden. FKP betoogt in haar middel 3 dat de beslissing van het hof in strijd met het evenredigheidsbeginsel van artikel 14 handhavingsrichtlijn is. Het toegewezen bedrag kan in vergelijking met het door FKP gevorderde bedrag en de wijze waarop dit door FKP is onderbouwd, niet worden gezien als een significant en passend deel van de door haar daadwerkelijk gemaakte kosten. De Hoge Raad overweegt dat wanneer de complexiteit die deze zaak heeft aangenomen, de omvang van de processtukken in hoger beroep en de door Spirits niet bestreden kostenspecificaties in ogenschouw worden genomen, niet kan worden geoordeeld dat het toepasselijke bedrag van de Indicatietarieven 2017 – maximaal € 40.000,- in dit geval kan worden beschouwd als ‘een significant en passend deel van de redelijke kosten’ die FKP in hoger beroep heeft gemaakt. Het middel slaagt, maar dat betekent niet dat er grond bestaat het uitgangspunt te verlaten van die in 2017 aangepaste tarieven dat de enkele omstandigheid dat een kostenopgave is onderbouwd en niet is bestreden, niet zonder meer leidt tot toewijzing van het gevorderde bedrag.

 

De Hoge Raad zal zelf de zaak afdoen door de veroordeling in de proceskosten in de bestreden uitspraak te vernietigen en ter zake een bedrag toe te wijzen ten belope van het dubbele van het standaardtarief voor complexe zaken, derhalve van € 80.000,-.

 

IEPT20200124, HR, Spirits v FKP

 

ECLI:NL:HR:2020:112

 

Deze uitspraak wordt besproken in de volgende PO-webinar:
​​​​​​​PO-webinar Handhaving - Procesrecht 2020-2021