Gedaagde niet te verwijten voor merkinbreuk in advertenties

24-03-2020 Print this page
IEPT20200211, Rb Oost-Brabant, Inbreukmakende advertentie

In beginsel merkinbreuk: [gedaagde] heeft voor verkoop producten onder merken [D] en [E] gebruik gemaakt van advertenties waarin kledingaccessoires onder woord-/beeldmerk van [eiseres] worden aangeboden. Onvoldoende aannemelijk  dat gewraakte advertenties reeds bij aanvang betrekking hadden op producten die werden aangeboden onder merk [eiseres] en niet op producten die [eiseres] aanvankelijk onder merken [D] en [E] en pas later bij wijziging van de content op het bestaande EAN-nummer onder het merk [eiseres] is gaan aanbieden: [eiseres] stelt per 1 juli 2019 de producten uit de gewraakte advertenties onder zelfde EAN-nummers te gebruiken, maar uit door [eiseres] overgelegde advertenties van [gedaagde] is niet op te maken of dit dezelfde EAN-nummers betreft, [eiseres] heeft erkend dat zij met rebrandingbeleid op basis van een reeds eerder aan een product toegekende EAN-nummer de aan dit nummer gekoppelde productinformatie heeft aangepast, het gaat in totaal om duizenden producten.

 

MERKENRECHT

 

Kort geding. Zwaar geanonimiseerd vonnis. [eiseres] verkoopt basic streetwear, via onder meer het winkelplatform van [X] en [Y]. ] De collectie van [eiseres] varieert van [opsomming artikelen]. Zij is houdster van het Benelux woord-/beeldmerk en het Unie woord-/beeldmerk [eiseres]. [eiseres] heeft op [X] een advertentie geplaatst voor de volgende artikelen: [eiseres] klassieke [a] (in diverse kleuren en maten); [eiseres] [b] (in diverse kleuren en maten); [eiseres] [c]. Het betreft producten die [eiseres] voorheen (tot medio 2019) aanbood onder de merknamen [D] en [E]. De producten in de advertenties op [X] dienen te zijn voorzien van een European Article Number (hierna te noemen: EAN-nummer). Wanneer de advertentie is aangemaakt, mogen ook derde-verkopers gebruik maken van de advertentie met het daaraan gekoppelde EAN-nummer, mits de te koop aangeboden producten volstrekt identiek zijn aan elkaar. [gedaagde] heeft de genoemde artikelen ook in de verkoop onder de merken [D] en [E] en heeft voor haar advertenties op [X] aangehaakt bij de door [eiseres] aangemaakte advertenties (en EAN-nummers). In de zomer van 2019 is [eiseres] onder meer de eerder genoemde artikelen gaan rebranden, waarbij zij kledingproducten en -accessoires die zij voorheen aanbood onder de merknaam [D] en [E] is gaan aanbieden onder haar eigen merk. Volgens [eiseres] maakt [gedaagde] inbreuk op haar merk door in de advertenties haar merk te gebruiken. De vorderingen worden afgewezen.

 

De voorzieningenrechter oordeelt dat – op zichzelf – sprake is van merkinbreuk, nu [gedaagde] gebruik heeft gemaakt van advertenties waarin kledingaccessoires onder het woord-/beeldmerk van eiseres worden aangeboden. Vervolgens wordt echter overwogen dat het onvoldoende aannemelijk is dat de gewraakte advertenties reeds bij aanvang betrekking hadden op producten die werden aangeboden onder het merk [eiseres] en niet op producten die [eiseres] aanvankelijk onder de merken [D] en [E] en pas later bij wijziging van de content op het bestaande EAN-nummer onder het merk [eiseres] is gaan aanbieden. [eiseres] stelt per 1 juli 2019 de producten uit de gewraakte advertenties onder zelfde EAN-nummers te gebruiken, maar uit de door [eiseres] overgelegde advertenties van [gedaagde] is niet op te maken of dit dezelfde EAN-nummers betreft. Voorts heeft [eiseres] erkend dat zij met een rebrandingbeleid in voorkomend geval er toe is overgegaan om op basis van een reeds eerder aan een product toegekende EAN-nummer de aan dit nummer gekoppelde productinformatie aan te passen. Ten slotte wordt overwogen dat het om een aanzienlijke hoeveelheid producten gaat die partijen via diverse platforms te koop aanbieden (duizenden producten).

 

Het inbreukmakende gebruik van de advertenties door [gedaagde] is volgens de voorzieningenrechter echter niet aan [gedaagde] te verwijten, nu [eiseres] de inbreuk in de hand gewerkt door de productinformatie bij het aan het product gekoppelde EAN-nummer aan te passen zonder gebruikers van de advertenties op de hoogte te stellen. Daarnaast is het aanbrengen van wijzigingen met betrekking tot het merk waaronder producten worden aangeboden zonder wijziging van het EAN-nummer in strijd met de richtlijnen van platform [X]. Ten slotte wordt overwogen dat eenmaal geconfronteerd met de inbreukmakende advertenties [gedaagde] al haar advertenties handmatig is nagelopen om te controleren of zij – onbedoeld - nog meer advertenties van [eiseres] gebruikte waarin producten onder het [merk van eiseres] werden aangeboden en deze vervolgens heeft verwijderd. [eiseres] heeft desgevraagd verklaard dat zij na medio november 2019 geen inbreukmakende advertenties van [gedaagde] meer heeft aangetroffen.

 

IEPT20200211, Rb Oost-Brabant, Inbreukmakende advertentie

 

ECLI:NL:RBOBR:2020:895