Fack Ju Göhte ten onrechte geweigerd als merk wegens strijd met goede zeden

03-03-2020 Print this page
IEPT20200227, HvJEU, Fack Ju Gothe

Gerecht mocht oordeel dat het teken “Fack Ju Göhte” in strijd is met de goede zeden ex artikel 7 lid 1 onder f Uniemerkenverordening niet enkel op het intrinsiek vulgaire karakter van deze Engelse uitdrukking baseren: strijd met goede zeden vereist dat het teken in strijd is met de fundamentele morele waarden en normen waaraan een bepaalde samenleving op een gegeven moment belang hecht, hierbij moet worden uitgegaan van de perceptie van een redelijke persoon met een gemiddelde gevoeligheids- en tolerantiedrempel, rekening houdend met de context waarin met het merk in aanraking kan worden gekomen en de bijzondere omstandigheden zoals wetteksten en administratieve praktijken, de publieke opinie en de wijze waarop het relevante publiek in het verleden op dat teken of op overeenstemmende tekens heeft gereageerd. De omstandigheid dat het merk zelf moet worden onderzocht betekent niet dat bij dit onderzoek contextuele elementen die helderheid kunnen verschaffen over de wijze waarop het relevante publiek dit merk opvat - zoals de omstandigheid dat het teken “Fack Ju Göhte” overeenkomt met de titel van een door rekwirante geproduceerde succesvolle film, de omstandigheid dat de titel ervan geen aanleiding lijkt te hebben gegeven tot controverse, het feit dat de film goedgekeurd was voor een jong publiek en het feit dat het Goethe-Institut de film voor pedagogische doeleinden gebruikt - buiten beschouwing kunnen worden gelaten, vrijheid van meningsuiting speelt ook binnen merkenrecht. EUIPO heeft niet rechtens genoegzaam aangetoond dat het merk in strijd is met de goede zeden: het geheel van de contextuele elementen wijst er eensluidend op dat de titel van de film niet als moreel onaanvaardbaar werd beschouwd door het algemene Duitstalige publiek, geen enkel concreet element naar gebracht om op plausibele wijze te verklaren dat het publiek gebruik van het teken als merk wel zou opvatten als strijdig met de fundamentele morele waarden en normen van de samenleving.

 

MERKENRECHT

 

In 2015 heeft Constantin Film geprobeerd ‘Fack Ju Göhte’ - de titel van een Duitse film - te registreren als woordmerk. Het EUIPO heeft het merk geweigerd wegens strijd met de openbare orde of goede zeden. Dit omdat ‘Fack ju’ zou staan voor ‘Fuck you’, waardoor het merk beledigend zou zijn jegens de schrijver Goethe (wiens naam bewust verkeerd is gespeld). Het Gerecht EU heeft het tegen dit oordeel ingestelde hoger beroep verworpen daar het merk ook volgens het Gerecht in strijd is met de goede zeden. Dit arrest wordt door het HvJEU vernietigd.  

 

Het Gerecht mocht het oordeel dat het teken in strijd is met de goede zeden ex artikel 7 lid 1 onder f Uniemerkenverordening namelijk niet enkel op het intrinsiek vulgaire karakter van deze Engelse uitdrukking baseren. Het HvJEU overweegt dat strijd met goede zeden vereist dat het teken in strijd is met de fundamentele morele waarden en normen waaraan een bepaalde samenleving op een gegeven moment belang hecht. Hierbij moet worden uitgegaan van de perceptie van een redelijke persoon met een gemiddelde gevoeligheids- en tolerantiedrempel, rekening houdend met de context waarin met het merk in aanraking kan worden gekomen en de bijzondere omstandigheden zoals wetteksten en administratieve praktijken, de publieke opinie en de wijze waarop het relevante publiek in het verleden op dat teken of op overeenstemmende tekens heeft gereageerd.

 

De omstandigheid dat het merk zelf moet worden onderzocht betekent niet dat bij dit onderzoek contextuele elementen die helderheid kunnen verschaffen over de wijze waarop het relevante publiek dit merk opvat buiten beschouwing kunnen worden gelaten. Het gaat in casu onder meer om de omstandigheid dat het teken “Fack Ju Göhte” overeenkomt met de titel van een door rekwirante geproduceerde succesvolle film, de omstandigheid dat de titel ervan geen aanleiding lijkt te hebben gegeven tot controverse, het feit dat de film goedgekeurd was voor een jong publiek en het feit dat het Goethe-Institut de film voor pedagogische doeleinden gebruikt.

 

Het bovenstaande betekent dat de wijze waarop het Gerecht artikel 7 lid 1 onder heeft uitgelegd en toegepast, blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en het bestreden arrest wordt vernietigd. Het HvJEU doet de zaak vervolgens zelf af, en oordeelt dat het EUIPO niet rechtens genoegzaam heeft aangetoond dat het merk in strijd is met de goede zeden. Het geheel van de contextuele elementen wijst er namelijk op dat de titel van de film niet als moreel onaanvaardbaar werd beschouwd door het algemene Duitstalige publiek. Er is geen enkel concreet element naar voren gebracht om op plausibele wijze te verklaren dat het publiek gebruik van het teken als merk wel zou opvatten als strijdig met de fundamentele morele waarden en normen van de samenleving.

 

C240/18 P - ECLI:EU:C:2020:118

 

Deze uitspraak wordt besproken in de volgende webinar:

Merkenrecht 2020 Deel 1