Verzoek tot verwijdering van zoekresultaat op Google afgewezen

22-07-2020 Print this page
IEPT20200623, Hof Amsterdam, Google

Verzoek tot wissing persoonsgegevens met betrekking tot oplegging tuchtrechtelijke maatregel wordt alsnog afgewezen en vrijheid van meningsuiting van Google prevaleert: informatie waarnaar zoekresultaten verwijzen is recent, relevant, feitelijk van aard, niet onnodig grievend en niet bovenmatig, BIG-register in praktijk weinig geraadpleegd waardoor zoekresultaten van Google relevant zijn voor publiek, gemiddelde gebruiker zal begrijpen dat het niet gaat om een officiële zwarte lijst van overheidswege, onvoldoende onderbouwd dat [geïntimeerde] substantiële hinder ondervindt nu zij zelf intensief deelneemt aan het publieke debat.

 

PRIVACY

 

[geïntimeerde] is arts en wenst verwijdering van een zoekresultaat op Google waarmee doorverwezen wordt naar een (niet van overheidswege) opgestelde zwarte lijst van artsen waarbij vermeld wordt dat aan haar een zware tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. In eerste aanleg is dit verzoek toegewezen. Google stelt in hoger beroep dat het verwerken van de persoonsgegevens nodig is voor het uitoefenen van het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie. 

 

Het hof volgt het standpunt van Google en wijst de vordering alsnog af. Daarbij stelt het hof zich op het standpunt dat de informatie recent, relevant, feitelijk van aard, niet onnodig grievend en niet bovenmatig is. Het is uitsluitend informatie die betrekking heeft op het professioneel handelen van [geïntimeerde] en niet op haar privéleven. Deze informatie is bovendien van belang voor het publiek, met name voor huidige en potentiële patiënten van [geíntimeerde].

 

Ook is nog relevant dat door Google onweersproken gesteld is dat het BIG-register, waar de tuchtrechtelijke maatregel ook te vinden is, in de praktijk amper wordt geraadpleegd. Het BIG-register kan niet goed gevonden worden via een zoekresultatenpagina door de technische set-up van de website van het BIG-register. 

 

Het hof acht het aannemelijk dat een gemiddelde internetgebruiker zal begrijpen dat het niet gaat om een officiële, van overheidswege opgestelde zwarte lijst. Dit is op te maken uit de subtitel en het particuliere karakter van de website. 

 

Ten slotte is niet onderbouwd dat [geïntimeerde] substantiëlen hinder ondervindt van de zoekresultaten. Zij zoekt zelf actief publiciteit en neemt een prominente plaats in binnen het debat. Voor dit debat is de tuchtrechtelijke maatregel relevant.

 

IEPT20200623, Hof Amsterdam, Google

 

ECLI:NL:GHAMS:2020:1802