Inbreuk op merken en handelsnaam Foodlink aangenomen bij zwendel

05-08-2020 Print this page
IEPT20200730, Rb Oost-Brabant, Foodlink

Gedaagden maakten bij zwendel middels identiteitsfraude inbreuk op merken en handelsnaam Foodlink: geen verweer gevoerd tegen deze stelling. Gedaagden hoofdelijk veroordeeld in betaling schadevergoeding van € 49.523,84: ondergeschikte rol maakt niet dat [gedaagde sub 2] niet hoofdelijk aansprakelijk is. 

 

MERKENRECHT - ONRECHTMATIGE DAAD

 

Kort geding. Foodlink is een groothandel in voedingsmiddelen. Zij heeft geconstateerd dat zij slachtoffer is geworden van identiteitsfraude en dat haar identiteit wordt gebruikt om orders te ontvangen voor verschillende producten. Bij de kopers wordt aangedrongen op betaling, waarna levering uitblijft en zij zich wenden tot Foodlink voor verhaal. Foodlink stelt dat inbreuk wordt gemaakt op haar merken en haar handelsnaam en vordert een voorschot op de schadevergoeding.

 

De rechtbank overweegt dat sprake is van inbreuk op het merken- en handelsnaamrecht van Foodlink. Deze stelling is door [gedaagde 2] niet betwist. Met betrekking tot de vordering tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding stelt [gedaagde 2] dat hij door zijn ondergeschikte rol niet hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld. De rechtbank overweegt dat dit niet afdoet aan het feit dat [gedaagde 2] moet worden aangemerkt als medepleger van de onrechtmatige handelingen, waardoor ook [gedaagde 2] hoofdelijk aansprakelijk is voor de daardoor door Foodlink geleden schade. De rechtbank wijst een voorschot op de schadevergoeding toe van € 49.523,84.

 

IEPT20200730, Rb Oost-Brabant, Foodlink

 

ECLI:NL:RBOBR:2020:3739