ZCN c.s. komt geen beroep toe op het databankenrecht: niet onderbouwd dat zij substantiële kosten heeft gemaakt voor de verkrijging en verzameling, controle of presentatie van de door de planningstool gecreëerde gegevens. Gemeenten hebben bedrijfsgeheimen van ZCN c.s. geopenbaard: geopenbaarde gegevens betreffen de bedrijfsvoering van ZCN c.s., kunnen van waarde zijn voor concurrerende ondernemingen en ZCN c.s. heeft voldoende maatregelen genomen om de gegevens geheim te houden.
DATABANKENRECHT - BEDRIJFSGEHEIMEN
Hoger beroep. Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals vastgesteld in het vonnis van de rechtbank van 6 september 2017 (IEPT20170906). Het gaat om het volgende. De gemeenten in de regio Noord-Kennemerland (hierna: de Gemeenten) hebben een openbare aanbesteding georganiseerd voor uitvoeren voor - kort gezegd - vraagafhankelijke taxivervoer. ZCN was ten tijde van de uitschrijving van de tender de dienstverlener en contracterende partij. De gemeenten hebben een Excel-bestand met ritgegevens van ZCN geupload naar TenderNed die als basis kon dienen voor de inschrijving van kandidaat inschrijvers. De gegevens in dit excel-bestand waren door ZCN aangeleverd om te voldoen aan contractuele verplichtingen. Voor het uploaden van deze gegevens naar TenderNed heeft ZCN nooit toestemming gegeven. Het bestand is een uur na publicatie offline gehaald, maar de kandidaat inschrijvers hebben wel een notificatie ontvangen van de publicatie van dit bestand. Volgens ZCN hebben de Gemeenten inbreuk gemaakt op haar databankenrecht door het samenstellen en het publiceren van het Excel-bestand met haar gegevens en hebben de Gemeenten haar bedrijfsgeheimen en de privacy van de klanten van ZCN geschonden. De rechtbank oordeelde in eerste aanleg dat ZCN geen beroep toekomt op het databankenrecht. Wel hebben de Gemeenten onrechtmatig gehandeld jegens ZCN door bedrijfsgevoelige publicatie te openbaren.
Ook in hoger beroep stellen ZCN c.s. zich op het standpunt dat de Gemeenten inbreuk hebben gemaakt op haar databankenrecht en dat zij onrechtmatig hebben gehandeld door het openbaren van bedrijfsgeheimen en het schenden van de privacy van de klanten van ZCN. Het hof bekrachtigt in hoger beroep het vonnis dat de rechtbank ten aanzien van ZCN c.s. heeft gewezen.
Ten aanzien van het beroep op het databankenrecht oordeelt het hof dat niet is gebleken dat ZCN c.s. substantieel hebben geïnvesteerd in de databank. Weliswaar heeft zij veel kosten gemaakt voor het ontwikkelen van de planningstool waarmee de resultaten worden gegenereerd die in het door de gemeente gepubliceerde bestand staan, maar deze investering ziet op het creëeren van de gegevens. Aan een dergelijke investering biedt het databankenrecht geen bescherming, het moet gaan om een substantiële investering in het verkrijgen en het verzamelen, controleren of presenteren van deze door de planningstool gecreëerde elementen. Voor wat betreft het verwijt dat de Gemeenten bedrijfsgeheime informatie van ZCN c.s. openbaar hebbben gemaakt, oordeelt het hof dat de geopenbaarde gegevens de bedrijfsvoering van ZCN c.s. betreffen en dat ZCN deze gegevens zelf niet openbaar heeft gemaakt of wilde maken. ZCN c.s. hebben voldoende onderbouwd dat de gegevens waardevol kunnen zijn voor concurrerende ondernemingen. Daarbij hebben ZCN c.s. voldoende maatregelen genomen om de gegevens geheim te houden. De Gemeenten hebben adn ook onrechtmatig gehandeld door de gegevens openbaar te maken. Voor wat betreft de privacyschending overweegt het hof nog dat de Wbp niet strekt tot bescherming van de belangen van ZCN c.s. en dat niet duidelijk is geworden welke schade ZCN c.s. hebben geleden ten gevolge van de schending van de Wbp. Het hof bevestigt daarmee het oordeel van de rechtbank, hoewel de overwegingen wel relevant zijn voor een eventuele schadestaatprocedure.
IEPT20201117, Hof Amsterdam, De Gemeenten v ZCN
Anouck Bakhuis
