Verbod op auteursrechtinbreuk op speelgoedarmbandjes alsnog toegewezen: Spin Master heeft belang bij dit verbod en Ebru heeft inbreuk erkend. Vordering tot rectificatie op website toegewezen: zodat (potentiële) afnemers op de hoogte zijn van inbreuk. Ebru c.s. alsnog veroordeeld in de proceskosten van eerste aanleg en hoger beroep: Ebru c.s. had in eerste aanleg moeten worden aangemerkt als grotendeels in het ongelijk gestelde partij en is ook in hoger beroep de grotendeels in het ongelijk gestelde partij.
Hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 25 september 2019 (IEPT20190925) waarin de rechtbank het gevorderde verbod op inbreuk op het Uniemerk TWISTY PETZ en de Gemeenschapsmodelrechten heeft toegewezen en de op het auteursrecht en onrechtmatige daad gebaseerde vorderingen afgewezen omdat Spin Master daar naar het oordeel van de rechtbank geen belang bij had. Ook de gevorderde rectificatie en recall zijn afgewezen omdat Ebru alle afnemers al had benaderd. Ebru is in eerste aanleg niet veroordeeld in de proceskosten. Spin Master is in beroep gekomen tegen de afwijzing van het verbod op auteursrechtinbreuk, de rectificatie en recall en de proceskostenveroordeling en heeft gevorderd dat het hof die vorderingen alsnog toewijst, met veroordeling van Ebru in de kosten van het hoger beroep. Ebru c.s. bestrijdt een deel van de grieven.
Spin Master is een wereldwijd opererend speelgoedproducent. Een van haar producten is de Twisty Petz, een armband die kan veranderen in een speelgoeddier. Ebru heeft in eerste aanleg erkend zonder toestemming identieke exemplaren van de Twisty Petz te hebben ingekocht en verkocht.
Het hof oordeelt dat Spin Master belang heeft bij toewijzing van het verbod op auteursrechtinbreuk. Dit verbod overlapt namelijk niet volledig met de door de rechtbank toegewezen verboden, zodat Spin Master wel degelijk belang bij heeft bij dit verbod. Daarnaast heeft Ebru erkend dat de Twisty Petz auteursrechtelijk beschermde werken zijn en dat Ebru daar inbreuk op heeft gemaakt.
Het hof oordeelt verder dat de vordering tot plaatsing van een rectificatie op de website van Ebru moet worden toegewezen zodat de afnemers en potentiële afnemers op de hoogte worden gesteld van de inbreuk. Voor zover de vordering betrekking heeft op ‘ieder ander medium’ is deze terecht afgewezen, omdat Spin Master die media niet heeft gespecificeerd.
Met betrekking tot de veroordeling in de proceskosten oordeelt het hof dat Ebru c.s. in eerste aanleg en ook in hoger beroep moet worden aangemerkt als grotendeels in het ongelijk gestelde partij en dus moeten worden veroordeeld in de proceskosten.
IEPT20201208, Hof Den Haag, Twisty Petz
Nelisa de Bruin
