[D] handelt onrechtmatig door op Twitter beschuldingen te uiten van stalking jegens zoon bekende advocaat

07-01-2021 Print this page
IEPT20210105, Rb Noord-Nederland, Columns
(Met dank aan Royce de Vries , De Vries & Kasem Advocaten)

[D] handelt onrechtmatig door op Twitter beschuldigingen te uiten van stalking jegens [L]: uitingen zijn onnodig grievend en niet voorzien van voldoende feitelijke grond, feit dat [D] columnist is maakt oordeel niet anders, gaat niet om een enkele uitlating in reactie op tweets van [L] nu [D] met enige regelmaat op eigen initiatief ruim anderhalf jaar heeft gerefereerd aan stalking door [L], [L] is, anders dan zijn vader, geen publiek figuur en niet valt in te zien hoe uitlatingen bijdragen aan debat van publiek belang. Immateriële schadevergoeding van € 1.500,00 toegewezen: [L] heeft aanspraak op schadevergoeding wegens schending van zijn eer en goede naam te meer nu sprake is van herhaaldelijke aantasting en groot aantal volgers van [D] op Twitter.

 

ONRECHTMATIGE DAAD - HANDHAVING

 

[L] is de zoon van een bekende advocaat in Amsterdam. [D] is columnist en plaatst colums op zijn website die meestal gericht zijn aan een bekende Nederlander. [D] is ook actief op Twitter en heeft daar ruim 43.000 volgers. [D] heeft in zijn columns en op Twitter meermalen aandacht geschonken aan de vader van [L]. [D] heeft op Twitter verschillende beschuldigingen geuit van stalking jegens [L]. [L] zou hem onder meer veelvuldig 's nachts bellen. Ook in een online interview van Panorama heeft [D] gesteld dat [L] zich schuldig maakt aan stalking. [L] vordert een verklaring voor recht dat [D] door het uiten van deze beschuldigingen onrechtmatig handelt en veroordeeld wordt tot het betalen van een immateriële schadevergoeding. Daarbij vordert [L] dat [D] alle Twitterberichten met daarin beschuldigingen van stalking verwijdert en een verzoek aan Panorama stuurt om de passage over stalking door [L] uit het interview te verwijderen. 

 

De kantonrechter is van mening dat in dit geval het belang van [L] om niet zomaar te worden aangetast in zijn reputatie, eer of goede naam prevaleert boven het belang van [D] en dat [D] daarmee onrechtmatig handelt. Daartoe overweegt de kantonrechter als volgt. Relevant is dat de uitlatingen niet voorzien zijn van voldoende feitelijke grondslag. Het feit dat [D] columnist is, doet niet af aan het oordeel dat hij de verantwoordelijkheid heeft om een aanval op de reputatie van [L] alleen te doen bij voldoende grondslag in de feiten. De grenzen van het toelaatbare liggen bij een columnist ruimer dan bij een journalist, maar dat betekent niet dat [D] lichtvaardige beschuldigingen mag doen. Daarbij gaat het niet om een enkele uitlating die [D] heeft gedaan in reactie op tweets van [L], maar [D] heeft ruim anderhalf jaar lang regelmatig gerefereerd aan stalkgedrag door [L]. Niet valt in te zien hoe de uitlatingen bijdragen aan een debat van publiek belang. Daarbij is [L] geen publiek persoon, in tegenstelling tot zijn vader. 

 

De kantonrechter oordeelt dat [L] recht heeft op immateriële schadevergoeding op grond van de aantasting van zijn recht op eer en goede naam. De kantonrechter stelt de immateriële schadevergoeding vast op € 1.500,00, gelet op de hoeveelheid volgers van [D] op Twitter en het herhaaldelijke karakter van de beschuldigingen.

 

IEPT20210105, Rb Noord-Nederland, Columns

 

Kopie origineel vonnis volgt.