Vordering Indomedia tot staking van het gebruik en/of de exploitatie door MIMM van intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot het platform PINDAH* afgewezen: bij incident als het onderhavige valt belangenafweging uit in voordeel van MIMM, gelet op financiële gevolgen die een verbod voor MIMM zullen hebben, vordering Indomedia bovendien niet aannemelijk nu woordmerk door MIMM is gedeponeerd en Indomedia niet aannemelijk heft gemaakt dat zij enige intellectuele eigendomsrechten bezit. Vorderingen Indomedia tot betaling voorschot op winstdeel en tot verstrekking van opgave van de exploitatieopbrengst van de PINDAH* Agenda door MIMM afgewezen: vorderingen staan onvoldoende vast en onvoldoende onderbouwd.
Vonnis in incident. MIMM en Indomedia hebben in 2019 een samenwerkingsovereenkomst gesloten, met als doel om eenmaal per jaar een magazine uit te brengen. In 2020 is opnieuw een samenwerkingsovereenkomst gesloten om de samenwerking voort te zetten. In 2019 had het magazine de naam PINDA* en in 2020 de naam PINDAH*. Tussen partijen zijn diverse geschillen ontstaan ten aanzien van de samenwerking en de financiële afspraken. Indomedia vordert in het incident onder meer dat MIMM wordt bevolen om het gebruik en/of de exploitatie van de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot het PINDAH* platform te staken. Ook vordert zij betaling van een voorschot op haar winstdeel en de verstrekking van opgave van de exploitatieopbrengst van de PINDAH* Agenda.
De rechtbank wijst de gevraagde voorlopige voorzieningen af. Daartoe is het volgende redengevend. Een verbod om de intellectuele eigendomsrechten te gebruiken heeft verstrekkende gevolgen voor MIMM en deze gevolgen zijn bovendien niet ongedaan te maken na een uitspraak in de hoofdzaak. In dat kader is ook relevant dat de vordering van Indomedia niet voldoende aannemelijk is, nu MIMM in 2020 het woordmerk PINDAH* heeft gedeponeerd en zij dan ook aan te merken is als eigenaar van het woordmerk. Indomedia heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij enige intellectuele eigendomsrechten bezit, zodat zij ook geen verbod kan vorderen. Ook de vorderingen tot betaling van een voorschot op het winstdeel en het verstrekken van opgave van de exploitatieopbrengst van de PINDAH* Agenda worden afgewezen, nu deze onvoldoende vaststaan en onvoldoende zijn onderbouwd.
IEPT20210428, Rb Gelderland, MIMM v Indomedia
