Fotograaf wil geen partij zijn bij Juridisch steekspel over paardenfoto's

10-01-2022 Print this page
IEPT20211116, Hof Den Haag, Dutch Dressage Horses v Dressage Stables
(Met dank aan Hanna van Til, Boekx Advocaten)

Einde samenwerking. Geen rechtsgeldige overdracht auteursrecht op paardenfoto's door fotograaf aan partijen, slechts gebruikslicentie. Makerschap op eventuele auteursrechten van eenvoudige verkoopteksten bij partijen gezamenlijk. Proceskosten ex 21 Rv - niet naleving waarheidsplicht door achterhouden van verklaring fotograaf over niet gedane overdracht auteursrecht.

 

AUTEURSRECHT

 

Partijen houden zich bezig met het beleren van en handelen in dressuurpaarden. Via een intentieovereenkomst werkten de twee samen, werden in opdracht foto's gemaakt die werden gebruikt voor de verkoop van de paarden. Na beëindiging van de samenwerking zijn door appellante foto's van de paarden gepubliceerd op de website, facebook en instagram met de vermelding 'verkocht' of 'collectie', onder vermelding van het adres van Geïntimeerde.

 

De rechtbank IEPT20200701 zegt dat er geen inbreuk op auteursrecht is op de foto's, wel op het filmmateriaal. Het vermelden van paarden op de website is wel misleidend, de onjuiste suggestie is gewekt dat appellant bevoegd is de paarden te verkopen.

 

Bij het Hof herhaalt appellante haar stellingen zonder haar auteursrechtaanspraken op de video's te voorzien van enige onderliggende (bewijs)stukken dat zij de video heeft gemaakt of gemonteerd.  

Gelet op de door partijen gegeven (enigszins van de intentieovereenkomst afwijkende) invulling van de Samenwerking en de daarbij behorende taakverdeling, moeten partijen geacht worden elkaar ook stilzwijgend de daarbij behorende bevoegdheden te hebben gegeven.

 

De feitelijke vaststelling dat sprake is van een onjuiste of onvolledige mededeling, brengt nog niet mee dat deze ook misleidend is. Aangezien een potentiële koper bij eventuele interesse juist te horen zal krijgen dat het paard niet meer voor verkoop beschikbaar is, valt misleiding niet in te zien. 

 

Gezien de (door geïntimeerde achtergehouden) communicatie tussen fotografe en partijen blijkt dat zij niet in een 'juridisch steekspel' wenst te worden betrokken, is door de fotografe duidelijk gemaakt dat zij nog altijd auteursrechthebbende is en partijen slechts een gebruikerslicentie hebben. Naar het oordeel van het hof mocht geïntimeerden onder de gegeven omstandigheden er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat fotografe de wil had om de auteursrechten op de foto’s aan haar over te dragen, onder intrekking van de reeds aan appellante verstrekte (niet-exclusieve) gebruiksrechten.

 

Appellante heeft onderbouwd aangevoerd dat de verkoopteksten door hen gezamenlijk zijn opgesteld en met instemming en medeweten van de ander door ieder van hen zijn gebruikt ter aanprijzing van de paarden. Het kan in het midden blijven of gelet op de informatieve aard en eenvoud van de teksten of er wel sprake is van auteursrechtelijke bescherming.

Het vonnis wordt vernietigd en de vorderingen van geïntimeerde worden afgewezen. 

 

IEPT-versie volgt later
ECLI:NL:GHDHA:2021:2409