Sprake van misleidende reclame door vermelden van paarden op website

28-07-2020 Print this page
IEPT20200701, Rb Rotterdam, Paardenhandel

Geen sprake van inbreuk op auteursrecht foto's [eiseressen] nu auteursrecht nog steeds berust bij [naam 3]: geen sprake van overdracht van auteursrechten en [eiseressen] zijn ook niet uit andere hoofde rechthebbende. Wel sprake van auteursrechtinbreuk ten aanzien van filmmateriaal: filmmateriaal is opgenomen door [eiseressen] en is zonder toestemming op Youtube geplaatst. Geen sprake van ongeoorloofde concurrentie door [gedaagde]: niet voldoende onderbouwd dat [eiseressen] concurrentie hebben ondervonden door uitingen op de website of social media van [gedaagde]. Het vermelden van paarden van [eiseressen] op website [gedaagde] na breuk is misleidend: onjuiste suggestie wordt gewekt dat [gedaagde] in staat en bevoegd is om de paarden te verkopen. 

 

AUTEURSRECHT - ONRECHTMATIGE DAAD - RECLAMERECHT

 

[eiseressen] en [gedaagde] houden zich bezig met het handelen in en beleren van dressuurpaarden. [eiseressen] en [gedaagde] heben samengewerkt maar hebben deze samenwerking na het ontstaan van onenigheid verbroken. [gedaagde] is na verbreking van de samenwerking zelfstandig verdergegaan met het uitoefenen van haar bedrijf. Op de website van [gedaagde] zijn foto's geplaatst van paarden die tijdens de samenwerking zijn gemaakt, met daarbij vermeld 'sold' of 'collectie'.

 

[naam 3] heeft tijdens de samenwerking geregeld foto's gemaakt van de paarden in opdracht van [eiseressen] en [gedaagde]. [eiseressen] stellen dat [naam gedaagde], door het plaatsen van deze foto's op haar website, inbreuk maakt op haar auteursrecht. De rechbank oordeelt dat geen sprake is van een dergelijke inbreuk. [naam 3] is nog steeds auteursrechthebbende van de foto's en niet blijkt dat dit auteursrecht aan [eiseressen] is overgedragen. [naam 3] heeft een licentie verleend aan [naam gedaagde], waardoor deze de foto's mocht gebruiken. Ten aanzien van filmmateriaal neemt de rechtbank wel een auteursrechtinbreuk aan. [naam gedaagde] gebruikt op haar website en Youtube-kanaal filmmateriaal waarop [eiseres 3] auteursrecht heeft, nu zij dit filmmateriaal heeft gemaakt en geen toestemming heeft verleend aan [naam gedaagde] om dit materiaal te gebruiken. 

 

[eiseressen] stellen vervolgens dat [naam gedaagde] zich schuldig maakt aan oneerlijke concurrentie en misleidende reclame. [eiseressen] betogen dat [naam gedaagde] zichzelf neerzet als succesvol paardenondernemer waarbij zij zich op haar website bedient van verkoopprestaties en (foto's van) paarden van [eiseressen] en het doet voorkomen alsof het haar eigen paarden en prestaties zijn. De rechtbank oordeelt omtrent dit betoog als volgt. Het stond [naam gedaagde] vrij om na het verbreken van de samenwerking in concurrentie te treden met [eiseressen]. Er zijn geen afspraken gemaakt tussen partijen waaruit het tegendeel geconcludeerd moet worden. Ook is niet voldoende onderbouwd dat [eiseressen] concreet concurrentie hebben ondervonden door de uitingen op de website/de social media van [naam gedaagde]. Aangaande de gestelde misleidende reclame oordeelt de rechtbank dat [naam gedaagde] geen foto's had mogen plaatsen van paarden die eigendom zijn van [eiseressen]. Dit suggereert ten onrechte dat [naam gedaagde] in staat en bevoegd is de aangeboden paarden te verkopen. In zoverre is de website van [naam gedaagde] dan ook misleidend.

 

IEPT20200701, Rb Rotterdam, Paardenhandel

 

ECLI:NL:RBROT:2020:6149