Octrooi voor apparaat voor prostaatbiopsies omvat niet een toegangsnaald

09-02-2022 Print this page
IEPT20220203, Rb Den Haag, Corbin v Pelvitec
(Met dank aan Jaap Bremer en Allard van Duijn, Barents Krans)

Naar voorlopig oordeel EP811 nietig: octrooi verleend in aanzienlijk beperkter vorm dan aangevraagd. De toegangsnaald in kwestie valt niet onder de bescherming octrooi EP811. Geen sprake van indirecte inbreuk op de wijze zoals door Corbin in de dagvaarding gesteld: Gilette-verweer van gedaagde slaagt.

 

OCTROOIRECHT

 

Corbin is houdster van octrooi EP3125811B1 voor een apparaat voor het verrichten van transperineale prostaat biopsies. Zij vordert inbreukverbod voor het Nederlandse deel.


De voorzieningenrechter stelt vast dat enkel inbreuk op conclusie 1 voldoende onderbouwd is. Voor de (indirecte) inbreuk op de volgconclusies is geen enkele toelichting gegeven. 


Naar voorlopig oordeel valt uitsluitend een inrichting bestaande uit een naaldgeleider met een aantal structurele en een aantal functionele kenmerken onder de beschermingsomvang. De functionele (deel)kenmerken die onderdeel uitmaken van conclusie 1 moeten worden uitgelegd dat deze niet een toegangsnaald als zodanig onder de bescherming vallen, maar dat de inrichting geschikt moet zijn om een toegangsnaald te ondersteunen, geleiden, fixeren en op te nemen. Het Gilette-verweer slaagt: Pelvitec c.s. kan geen inbreuk maken omdat haar SureFire een toepassing vormt van de uit de stand van de techniek bekende naaldgeleider.


Er is een niet te verwaarlozen kans dat de bodemrechter de aan conclusie 1 gegeven uitleg zal volgen en zal oordelen dat Corbins octrooi nietig is. Op een nietig octrooi kan geen inbreuk worden gemaakt.
 

De vorderingen worden afgewezen. Corbin wordt veroordeelt in de proceskosten €60.000.

 

IEPT20220203, Rb Den Haag Corbin v Pelvitec
Kopie oorspronkelijke vonnis