Klokkenluidermail onrechtmatig jegens Solarstudio

17-03-2022 Print this page
Auteur:
Birgit Kunst-Verboon
IEPT20220301, Rb Midden-Nederland, Solarstudio
(Met dank aan Maarten Rijks, Taylor Wessing)

Klokkenluidermail, waarvan aangenomen mag worden dat gedaagde, ex-werknemer, nauw betrokken was bij versturen, is onrechtmatig jegens Solarstudio o.g.v 6:166 BW: gedane uitlatingen vinden geen steun in het beschikbare bewijsmateriaal. Verbod op verdere onrechtmatige uitlatingen toegewezen: gevolgen van de uitlatingen zijn aanzienlijk voor Solarstudio. Vordering rectificatie is toewijsbaar: gedaagde kan zicht niet verschuilen achter de onbekendheid van de geadresseerden van de klokkenluidermail. Gedaagde heeft geen dwangsommen verbeurd in het licht van het vonnis van 15 oktober 2021: handhavingsverbod in dat vonnis ziet niet op communicatie met derden. 

 

PUBLICATIEONRECHTMATIGE DAADIE-HANDHAVING   

 

Solarstudio verwijt gedaagde achter een tegen haar gerichte lastercampagne te zitten en zij eist in dit kort geding onder meer een verbod en rectificatie, onder last van een hoge dwangsom met nog een aantal daaraan gekoppelde nevenvorderingen.

 

Solarstudio houdt zich bezig met de verkoop en installatie van zonnepanelen aan klanten in heel Nederland. -is een oud-werknemer van Solarstudio en de arbeidsrelatie tussen hen is in 2018 in onmin geëindigd. Klanten van Solarstudio hebben in januari 2022 een mail gekregen dat ze zijn opgelicht door Solarstudio, onder andere omdat er geen garantie op de aan hen geleverde zonnepanelen zit en dat de fabriek helemaal niet bestaat.

 

Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende duidelijk geworden dat gedaagde nauw betrokken is bij de verzending van deze mail. Als hij het niet geschreven heeft, dan weet hij wel welke personen dat wel hebben gedaan aangezien hij heeft toegegeven dat hij de brief die als bijlage werd meegestuurd, heeft geschreven.

 

Een belangenafweging -met het belang aan de zijde van Solarstudio dat zij niet wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen als oplichting en het belang van gedaagde dat hij de vrijheid moet hebben zich uit te spreken over mogelijke misstanden- valt in het voordeel van Solarstudio uit. De uitlatingen in de mail vinden onvoldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal, terwijl de inkleding van de beweringen de vorm heeft van een verregaande diskwalificatie van Solarstudio bij haar klanten, door gebruikmaking van onder meer de 'keiharde oplichting'. Van belang is hierbij ook dat de gevolgen van die uitlatingen voor Solarstudio aanzienlijk zijn, omdat aan de oproep om overeenkomsten te vernietigen en zich bij gedaagde aan te sluiten kennelijk in ruime mate gehoor is gegeven. Verbod op verdere onrechtmatige uitlatingen wordt toegewezen, voor een verbod dat zicht uitstrekt tot iedere uiting over Solarstudio is geen rechtsgrond aanwezig. 

 

In reconventie worden de vorderingen van gedaagde die zien op de inning van dwangsommen op grond van het op 15 oktober 2021 gewezen vonnis in kort geding die zien op het handhavingsverbod, voor zover deze dwangsommen zien op de klokkenluidersmail van 21 en 22 januari, toegewezen. In het vonnis van 15 oktober 2021 is geoordeeld dat gedaagde niet de onderhavige merkenrechten mag handhaven tot over deze merkenrechten is een bodemprocedure is beslist. Het lijkt er vooral om te gaan dat gedaagde dreigde met allerlei procedures vanwege merkinbreuk op de merkenrechten DSE, terwijl volgens Solarstudio het depot te kwader trouw is verricht. Voor de voorzieningenrechter is voldoende aannemelijk dat met de veroordeling van gedaagde om niet te handhaven richting Solarstudio de handhaving is bedoeld in de rechtstreekse communicatiezin, zodat mededelingen aan derden niet onder dat handhavingsbegrip en dus ook niet onder dat dictum vallen. Nu de brief van 21 januari 2022 aan derden is gericht en in zoverre geen rechtstreekse aanspraak tegenover Solarstudio inhoudt, valt dit niet onder het dictum van het kortgedingvonnis. Dat betekent dat er tot op heden geen dwangsommen zijn verbeurd en dat de inning van dwangsommen door Solarstudio in dit stadium niet rechtmatig is.

 

IEPT20220301, Rb Midden-Nederland, Solarstudio

 

Kopie originele vonnis