Eerste gebruiker van handelsnaam en huwelijkse voorwaarden

22-08-2023 Print this page
IEPT20221025, GEA Aruba, Taormina v VBA

Merkenrecht. Partijen zijn voormalige echtelieden die op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd dat er geen gemeenschap van goederen bestaat. Na de scheiding voeren beiden een restaurant onder de naam “Anna Maria’s Autentico Ristaurante Italiano”. VBA schrijft in 2021 een woordmerk in het register, echter Taormina is de eerste gebruiker van het woordmerk sinds 2009. Woordmerk is nietig. De omstandigheid dat de voornaam deel uitmaakt van het beeldmerk brengt niet met zich dat VBA geen gebruik kan maken van haar voornaam in een ander woordmerk, zolang dat geen verwarring veroorzaakt.

MERKENRECHT - OUDERE RECHTEN

 

Taormina onderneemt sinds 2009 een in Aruba gelegen restaurant onder de naam “Anna Maria’s Autentico Ristaurante Italiano” en serveert Italiaanse gerechten. VBA voert dezelfde handelsnaam en heeft een woordmerk aangevraagd. De partijen zijn voormalige echtelieden van elkaar.

 

De onverdeelde ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van partijen blijkt uit de overgelegde notariële akte dat, anders dan VBA directrice stelt, onder huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd en er geen enkele juridische gemeenschap van goederen bestaat.

 

Taormina levert bewijs van haar eerder gebruik door inschrijving in KvK, facturen van leveranciers, emails, visitekaartjes en cadeaubonnen dat zij het merk als sinds oktober 2009 gebruikt. 

 

De merkinschrijving waarmee een wettelijk vermoeden tot stand komt is in oktober 2021 gedaan door VBA. 

Het brengt met zich dat Taormina bewijs van het tegendeel heeft geleverd tegen het wettelijk vermoeden dat VBA geacht wordt de eerste gebruiker te zijn van voormeld woordmerk. Gevolg hiervan is dat Taormina op grond van artikel 2 lid 1 van de Merkenverordening gerechtigd is tot het uitsluitend gebruik van het woordmerk en dat VBA onrechtmatig handelt door eveneens gebruik te maken van het woordmerk in haar handelsnaam/bedrijfsvoering. 

 

De omstandigheid dat de voornaam deel uitmaakt van het beeldmerk brengt niet met zich dat VBA geen gebruik kan maken van haar voornaam in een ander woordmerk dan het onderhavige (zolang daardoor geen verwarring ontstaat of kan ontstaan met het onderhavige woordmerk), zodat van schending van haar fundamentele recht om gebruik te maken van haar voornaam in een woordmerk geen sprake is. 

 

Inschrijving van VBA van het woordmerk is nietig. Het Merkenregister dient het merk door te halen. 

 

ECLI:NL:OGEAA:2022:445