Auteursrecht. Wapperverbod. Partijen zijn actief in B2B handel in bedden. G&G verkoopt de Norma-boxspringcollectie. LBC verkoopt de Serta-collectie. LBC stuurt brieven uit naar (potentiële) afnemers en wappert met haar auteursrecht op de Serta-collectie. De rechtbank oordeelt dat er geen auteursrecht rust op de collectie die aansluiting zoekt bij de heersende mode in de beddenbranche zonder op voldoende eigen wijze uiting daaraan te geven, het ontbeert eigenzinnigheid. Het verzenden van brieven en wapperen met auteursrecht is onrechtmatig en wordt verboden.
AUTEURSRECHT
Beide partijen zijn actief in de business to business (B2B) handel in bedden en aanverwante producten. G&G verkoopt onder meer boxsprings van de Norma-collectie en LBC verkoopt onder andere boxsprings van de Serta-collectie. G&G verwijt LBC oneerlijke medediging en vordert een verbod van LBC om zich publiekelijk over (de Norma-collectie van) G&G uit te laten en om de wederverkopers en/of andere relaties van G&G te benaderen, op straffe van een dwangsom. De rechtbank is van oordeel dat er niet is gebleken van schending van enig auteursrecht en dat onrechtmatig handelen (slaafse nabootsing) door G&G evenmin kan worden vastgesteld. LBC kan wel onrechtmatig handelen worden verweten. Onder de gegeven omstandigheden had zij zich moeten onthouden van het aanschrijven van de wederverkopers van G&G.
Bij het tot stand brengen van de Serta-collectie, aansluiting is gezocht bij de heersende mode en lifestyle trends in de beddenbranche. Met de collectie is niet op een voldoende eigen wijze uiting gegeven aan de destijds vigerende stijl, trend of mode, zoals deze blijkt uit het overgelegde vormgevingserfgoed ('Umfeld'). De totaalindruk van de Serta-collectie berust volgens LBC, vooral op abstracte kenmerken, zoals de kleuren zwart en goud, de stoffen, de ritsen, de potensets en “de luxe uitstraling van een hotelbed”. Het ontbeert voldoende eigenzinnigheid om als werk auteursrechtelijke bescherming te verdienen.
Dat G&G bewust probeert een in hoge mate nodeloos gelijkend product als dat van LBC op de markt te brengen, zoals LBC ook heeft aangevoerd, is niet gebleken. De ervaringen van de “mysteryshoppers” (zie IEPT20220916) doen daar niet aan af. Maar ook als G&G wel bewust de Serta-lijn heeft nagebootst levert dat nog niet meteen een onrechtmatige daad op.
LBC heeft tijdens het sturen van de brieven geen duidelijkheid over een mogelijk auteursrecht dat zou gelden op de collectie. Achteraf is gebleken dat een schending van enig auteursrecht of slaafse nabootsing niet kan worden vastgesteld. In de brief verwees ze naar een rechtszaak uit 2019 tegen een andere concurrent waarin LBC de grondslag slaafse nabootsing is gesteld, maar in het ongelijk is gesteld. De rechtbank is van oordeel dat het sturen van de brieven door LBC aan de wederverkopers van G&G in dit stadium en onder de gegeven omstandigheden onrechtmatig was.
LBC wordt verboden zich publiekelijk uit te laten over G&G of haar collectie(s) op een wijze die G&G schade berokkent.