Aan uitlating van gedaagde komt weinig gewicht toe

25-09-2023 Print this page
IEPT20230830, Rb Midden-Nederland, voormalig advocaat

Eiser was voorheen advocaat en is van het tableau geschrapt. In een tv-programma is aandacht besteed aan zijn handelen. Tevens heeft gedaagde zijn mening over de echtheid gegeven over een getypte brief, waarin een positieve verklaring over de door eiser gevolgde coaching staat. De reputatieschade van eiser die daaruit voortvloeit is daarmee het gevolg van het gedrag van eiser zelf. Aan de uitlatingen van gedaagde komt weinig gewicht toe, zij is geen gezaghebbend persoon. Causaal verband tussen opzeggingen door klanten en bedreigingen is er niet. Vorderingen afgewezen.

PUBLICATIE
 

Eiser was voorheen werkzaam als advocaat. Hij is van het tableau geschrapt door de Raad van Discipline. Deze beslissing is bekrachtigd door het Hof van Discipline. In een televisieprogramma van AVROTROS is aandacht besteed aan handelen van eiser en zijn tuchtrechtelijke veroordelingen. In de uitzending is een interview getoond met gedaagde over een getypte brief, waarin een positieve verklaring over de door eiser gevolgde coaching staat. Eiser vordert dat gedaagde onrechtmatig handelt door zijn mening te uiten over de echtheid van de verklaringen van zijn moeder in die brief. 


Tijdens de mondelinge behandeling heeft eiser aangevoerd dat de uitzending grote impact heeft gehad op het publiek. Het tuchtrechtelijke verleden is aan de orde gesteld en daarbij de opmerkingen van gedaagde over de brief. Dat laatste heeft voor eiser extra nadelige gevolgen gehad voor het uitoefenen van zijn werkzaamheden. Na de uitzending werden jarenlange klantrelaties beëindigd vanwege gebrek aan vertrouwen en ontving eiser meerdere dreigementen.

 

Gedaagde heeft aangevoerd dat hij geen publiek figuur is aan wiens uitlatingen een bepaalde mate van gezag toekomt. Het stond hem vrij zijn bedenkingen en mening te uiten over de echtheid van de verklaring van zijn moeder. 

 

De reputatieschade die daaruit voortvloeit is daarmee het gevolg van het gedrag van eiser zelf. Aan de uitlatingen van gedaagde komt in dat verband weinig gewicht toe, enkel zijn visie over de brief is gegegeven, die gedaagde voldoende feitelijk heeft onderbouwd, en hij is geen gezaghebbend persoon, zodat daaraan minder waarde toekomt. Eiser heeft zelf afgezien van de mogelijkheid om te reageren. 

 

Gelet op dit alles heeft eiser onvoldoende aangevoerd om aan te kunnen nemen dat de gestelde geleden zakelijke schade en geuite dreigementen het gevolg zijn van de uitlatingen van gedaagde. Uit de overgelegde e-mail met het granaatdreigement blijkt dit causaal verband niet en uit de overgelegde verklaringen valt niet op te maken dat de uitlatingen van gedaagde doorslaggevend zijn geweest bij het besluit van klanten om niet langer gebruik te maken van de diensten van eiser.


De rechtbank wijst de vorderingen af.

 

ECLI:NL:RBMNE:2023:4484

Zie eerder: IEPT20230614