Grootscheepse lastercampagne tegen SolidNature onrechtmatig

04-01-2024 Print this page
IEPT20231219, Hof Arnhem-Leeuwarden, SolidNature v opposant

Verzet in arrest na veroordeling bij verstek. Eisers (geopposeerden) verdenken gedaagde van betrokkenheid bij een grootscheepse lastercampagne die was bedoeld om hem schade toe te brengen. Het verstekarrest wordt bekrachtigd.

 

IE-HANDHAVING - PUBLICATIES
 

[geopposeerden] verdenken [opposant] van betrokkenheid bij een grootscheepse lastercampagne die was bedoeld om [geopposeerden] schade toe te brengen. [geopposeerden] zijn in hoger beroep gekomen tegen een vonnis IEPT20180323 waarin hun vorderingen tegen [opposant] zijn afgewezen. Ook werden daarin door [geopposeerden] gelegde beslagen opgeheven, werd de doorhaling gelast van op de woning van [opposant] gelegd beslag en werd een verbod opgelegd om nogmaals ten laste van [opposant] beslag te leggen.

 

In het hoger beroep heeft [opposant] in eerste instantie geen verweer gevoerd. Het hof heeft hem veroordeeld tot vergoeding van door [geopposeerden] geleden schade. Daarbij is het hof ervan uitgegaan dat de voormalig zakenpartner van [geopposeerde1] aan een zekere [naam2] opdracht heeft gegeven [geopposeerde1] kapot te maken. Aan [naam2] is voor dat doel naar eigen zeggen een eerste betaling gedaan van € 750.000, waarna [naam2] in een onderneming van geopposeerden is geïnfiltreerd en een lastercampagne heeft opgetuigd die heeft geresulteerd in een gefingeerde rapportage vol beschuldigingen (het GABME-rapport), diverse zeer belastende publicaties en de voorlopige hechtenis van [geopposeerde1]. Dit alles nam een aanvang in de periode dat [naam2] voor [geopposeerde1] werkzaam was, en zette zich in de jaren daarna voort.

 

Bij de rechtbank ontkende [opposant] aan een lastercampagne te hebben meegewerkt en bleef hij bij zijn verdenkingen over drugs- en wapenhandel en contacten van [geopposeerde1] met de Iraanse geheime dienst.

 

In het arrest heeft het hof hieraan toegevoegd dat de verdachtmakingen van [opposant] tegen [naam2] zich ook niet verdragen met de intensieve contacten die beiden voorafgaand aan en ook na het uitkomen van het GABME-rapport hebben onderhouden en hun pogingen de journalist(en) (van Quote) een belastend boek respectievelijk belastende artikelen over [geopposeerde1] te laten schrijven. Beide heren hadden een ontmoeting in Amsterdam. Uit een opname die een door [geopposeerde1] ingeschakeld onderzoeksbureau heeft gemaakt, blijkt dat zij toen spraken over een op handen zijnde publicatie in Quote over [geopposeerde1]. [naam2] zegt dan dat zodra dat artikel verschijnt, hij en anderen ervoor gaan zorgen dat dat artikel wordt vertaald in zes talen en de hele wereld over zal gaan. Op 6 februari 2018 gaat vervolgens de op de publicatie van Quote gerichte en door [naam2] georkestreerde lastercampagne van start.

 

[naam2] en [opposant] hebben zich vervolgens beziggehouden met de oprichting van de onderneming Geosecurcorp. Eerder vond in het Hilton Amsterdam nog een ontmoeting plaats tussen [naam1] en [opposant]. [naam2] heeft die ontmoeting geplaatst in het kader van de lastercampagne.

 

Dit alles leidde het hof tot de conclusie dat voldoende was onderbouwd en onvoldoende was bestreden dat [opposant] onrechtmatig tegenover [geopposeerden] heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade die [geopposeerden] daardoor hebben geleden.

 

Het hof, recht doende in hoger beroep bekrachtigt het arrest van 4 oktober 2022

 

ECLI:NL:GHARL:2023:10752