Licentie beperkt tot antilichamen van transgene muizen, handhavingsbevoegdheid ongeacht gebruikte knaagdiersoort

22-08-2024 Print this page
IEPT20240814, Rb Rotterdam, eiser v Harbour

Eiser en Erasmus MC hebben een serie Amerikaanse octrooien verkregen. Deze hebben betrekking op de productie van antilichamen ontleend aan transgene zoogdieren. Harbour Antibodies heeft een exclusieve licentie hierop. Is de licentieovereenkomst beperkt tot toepassing van de octrooien in transgene muizen, of strekt deze uit tot toepassing in transgene ratten. Eiser wil dat Harbour zich terugtrekt uit een Amerikaanse octrooihandhavingsprocedure, ingesteld tegen TeneoBio die een platform voor transgene ratten heeft ontwikkeld. Harbour en Erasmus MC willen juist dat eiser mee blijft doen in die procedure. De licentie beperkt zich tot transgene muizen, daartoe zegt de tekst genoeg. De handhavingsbevoegdheid is breder, mede omdat er niet uitgebreid over is onderhandeld en Harbour zelf de kosten draagt. 
 

LICENTIES - HANDHAVINGSBEVOEGDEN

 

Eiser en Erasmus MC hebben een platform ontwikkeld voor de productie van antilichamen voor medische toepassing. De antilichamen worden ontleend aan transgene (niet-menselijke) zoogdieren (bij voorkeur knaagdieren en muizen in het bijzonder). Die vindingen (en de met behulp van die vindingen ontwikkelde antilichamen) vormen het onderwerp van een reeks werkwijze-octrooien. [eiser] en Erasmus MC hebben aan Harbour Antibodies een exclusieve licentie verstrekt voor toepassing van de octrooien. Daartoe is een Research & License Agreement gesloten met als ingangsdatum 27 december 2006. Op dezelfde datum is ook een Research Consultancy Agreement gesloten, op grond waarvan laboratoria, personeel en faciliteiten ter beschikking zijn gesteld aan Harbour Antibodies.


Eiser vordert verklaring voor recht dat de licentieovereenkomst beperkt is tot antibodies die zich niet uitstrekt tot toepassing met transgene ratten, terwijl ook bevoegdheid om handhavend op te treden door licentienemers daartoe is beperkt. Zodat de door Harbour aanhangig gemaakte procedure gestaakt dient te worden. In reconventie vordert Harbour dat zij het recht heeft om de octrooien te exploiteren voor alle toepassingsgebieden, waaronder handhaving tegen vermeende inbreukmakers ongeacht de gebruikte knaagdierensoort.


Op grond van de licentieovereenkomst is aan Harbour 
Antibodies een licentie bestrekt die is beperkt tot toepassing van de octrooien in transgene muizen. De licentie strekt zich dus niet uit tot toepassing in transgene ratten.


Partijen zijn het erover eens dat de beschermingsomvang van de octrooien niet is beperkt tot toepassing in transgene muizen, maar dat de beschermingsomvang zich uitstrekt tot transgene zoogdieren. De tekst van de licentieovereenkomst wijst erop dat de reikwijdte van de licentie beperkt is tot toepassing in transgene muizen. Terwijl de tekst van de licentieovereenkomst daarom erop wijst dat de handhavingsbevoegdheid van Harbour Antibodies ook bestaat buiten het toepassingsgebied van transgene muizen.

 

De bedoeling van partijen
De commerciële exploitatie van de octrooien was in de praktijk uitsluitend gericht op transgene muizen. Omdat Harbour Antibodies de voordelen van die exploitatie zou gaan genieten, is het begrijpelijk dat zij de kosten voor het aanvragen en in stand houden van de octrooien wilde dragen.

 

Dat over de handhavingsbevoegdheid niet of nauwelijks is onderhandeld, bevestigt dat over een ruime handhavingsbevoegdheid geen meningsverschil bestond. Het past ook dat Harbour Antibodies de kosten zou dragen. Het handhavingsrecht is op instructie van eiser toegevoegd. Als beperking bedoeld was, ligt het voor de hand dat dit expliciet was opgenomen in de tekst. Erasmus MC heeft meegedeeld dat zij niet bereid is en was om haar middelen te investeren in een procedure tegen partijen die inbreuk maken op de octrooien.


Uit de handelswijze na het sluiten van de licentieovereenkomst volgt dat Harbour Antibodies de octrooirechten zou handhaven. De Litigation Agreement is opgesteld met het oog op het optreden tegen de vermeende inbreuk op de octrooien door TeneoBio in Amerika.


Het voorgaande brengt mee dat vordering 1 in conventie in zoverre toewijsbaar is, dat voor recht wordt verklaard dat de licentieovereenkomst zich niet uitstrekt tot toepassingen met transgene ratten. Het gedeelte van vordering 1 in conventie dat betrekking heeft op de handhavingsbevoegdheid, wordt afgewezen. De reconventionele vordering om exclusief de octrooien te kunnen handhaven strekt uit tot alle (vermeende) inbreukmakers ongeacht de gebruikte knaagdierensoort.

 

IEPT-versie volgt later
ECLI:NL:RBROT:2024:7560